1 januari 1970

ING over transport en logistiek: ‘In onrustig vaarwater blijft versnelling nog uit’

Na de extremen tijdens de covid-pandemie en de correctie die daarop volgde, wordt 2024 een gematigder jaar voor bedrijven in de sector transport en logistiek. Dat schrijft ING begin 2024 in een nieuwe analyse. “Tegelijkertijd is het vaarwater allesbehalve rustig.” Geopolitieke spanningen klinken door in de internationale logistiek, zeevaart en havens, aldus de ING-onderzoekers.

Bron: ING.

De terugkeer van reizigers in de luchtvaart en het OV na de pandemie loopt op zijn einde, waarmee de groei na dubbele cijfers stevig terugvalt. En de correctie die het goederenvervoer in 2023 doormaakte als gevolg van de normalisatie in consumentenbestedingen is eveneens grotendeels achter de rug. Ook nemen diensten een groeiend aandeel in het uitgavenpatroon in. Tegelijkertijd zorgen een mix van aanbodbeperkingen, tegenwind voor de handel en de nog nauwelijks aantrekkende economie ervoor dat het ondernemersklimaat uitdagend blijft en het opwaarts potentieel beperkt is.

Bedrijven in transport en logistiek zien begin 2024 prijsdruk en kwakkelende vraag

Het vertrouwen van ondernemers in de transport en logistiek heeft door de oorlog in Oekraïne en hoge energieprijzen een knauw gekregen en zakt sinds halverwege 2023 weg door prijsdruk en economische verslechtering. Aan de start van 2024 zijn bedrijven met aanhoudende (geo)politieke onzekerheid per saldo nog steeds licht negatief over de nabije toekomst, waarbij dat in het wegtransport wat sterker speelt dan in logistieke dienstverlening. Signalen van inkoopmanagers bij opdrachtgevers staan ook nog niet in de plus. Aan de andere kant is het sentiment nog altijd minder negatief dan in andere periodes van economische tegenslag. In eerste instantie heeft de teruggang vooral druk van de ketel gehaald voor personeelstekorten en bedrijven hebben daarvoor in een verhitte markt enige marge kunnen opbouwen. Ook zijn de vooruitzichten voor de vraag in het goederenvervoer na het afbouwen van voorraden en met normalisering van de uitgaven in niet onverdeeld negatief. Wel zijn de prijsonderhandelingen voor 2024 uitdagender bij de huidige stand van de markt, maar de onderhandelingspositie kan mogelijk wel profiteren van het feit dat de capaciteitskrapte in een aantrekkende markt vrij snel weer kan terugkeren.

Financiële veerkracht afgenomen, maar bedrijven staan er gemiddeld nog niet slecht voor

Na goede jaren heeft de winstgevendheid van bedrijven in transport en logistiek door minder vraag, hogere kosten en tariefdruk in 2023 een flinke tik gekregen. Hoewel de financiële uitdagingen in 2024 met verder stijgende loonkosten nog niet voorbij zijn en de omzet daarbij naar verwachting achterblijft, lijken veel bedrijven nog een stootje te kunnen hebben. Het aantal faillissementen bij bedrijven in transport en logistiek (excl. eenmanszaken) steeg weliswaar sterk van 110 tot 189 in 2023, maar uitgedrukt in een percentage was dit met 1,5% nog steeds lager dan in 2019 (1,9%) en fors lager dan 10 jaar terug (2013). Dit komt ook doordat het aantal bedrijven al een paar jaar fors groeit, wat overigens ook op een positieve dynamiek wijst.

De meeste bedrijven gingen failliet in het wegtransport, wat ook de grootste sector is, al ligt de faillissementskans daar ook iets hoger dan gemiddeld. Wel wijst de toename erop dat de financiële veerkracht voor 2024 lijkt af te nemen. Vooral in het wegtransport en de logistiek, waar het aandeel lonen relatief hoog kan de kostendruk oplopen, terwijl de vraag afhankelijk van de deelmarkt het laat afweten. Wat dat betreft verbetert het uitzicht voor 2025 wel met een dalende lijn in inflatie, wat bemoedigend is.

Inperking Schiphol voor 2024 voorlopig even van de baan maar rem blijft erop voor Nederlandse luchtvaart

Ondanks de aanhoudende vraag herstelt de luchtvaart met de rem erop verder in 2024. Zeker rekening houdend met de nabije toekomst zorgen politieke- en milieudruk voor structurele beperking. Voor Schiphol is er in 2024 voorlopig ruimte voor groei van 442.000 tot 483.000 (+9%) vliegbewegingen, maar in het seizoen (april t/m oktober) is er ook vanwege pieken en aanhoudende personeelskrapte minder ruimte (5%).

Daarnaast blijft een eerder door de minister voorgestelde verlaging van het vliegplafond van 452.500 vluchten in de lucht hangen. En om in lijn te komen met het Parijsakkoord blijft het aantal vluchten op basis van de huidige verdeling en vliegtuiggrootte in 2030 beperkt tot 419.000 en waarschijnlijk ook inclusief bijmenging van duurzamere vliegtuigbrandstof (SAF) daaronder. Verder gaat Lelystad airport als ‘overloop’ luchthaven voor vakantievluchten voorlopig niet open en zit ook Eindhoven airport (tweede luchthaven van Nederland) vol. Dit betekent dat de Nederlandse luchtvaart ook de komende jaren beduidend minder marge heeft dan andere grote luchthavens als Frankfurt, Parijs of Madrid en om deze reden richt bijvoorbeeld Transavia zich voor groei ook meer op Brussels airport (Zaventem).     

Share