Port of Amsterdam heeft zich aangesloten bij het project TRANS2 (TRANSitie naar een klimaatbestendig Rotterdams achterlandTRANSport). De haven van Amsterdam wil goed bereikbaar te blijven voor de binnenvaart tegen de achtergrond van toenemende weersextremen. Daarom is het belangrijk om meer inzicht in de effecten hiervan te krijgen, een beeld te krijgen hoe de sector inspeelt op de veranderingen en wat er eventueel van havens gevraagd wordt. Hier houdt TRANS2 zich mee bezig.
Bron: Port of Amsterdam.
Afgelopen jaren hebben we kunnen zien dat de klimaatverandering ook gevolgen heeft voor de binnenvaart. Zowel hoog- als laagwater kunnen de binnenvaart verstoren. Effecten kunnen zijn dat er niet gevaren kan worden zoals in januari, toen de Oranjesluizen waren gestremd, of dat er met minder lading per schip kan worden gevaren. De verandering is van structurele aard; heviger weersextremen gaan in de toekomst vaker optreden en dus moeten we er rekening mee houden dat incidenten door hoog- of laagwater vaker plaatsvinden.
Voor Port of Amsterdam is de binnenvaart een belangrijke modaliteit voor het vervoer van en naar het achterland, zowel nationaal als internationaal. In 2022 is er in het Noordzeekanaalgebied 64,5 mln. ton lading per binnenvaart vervoerd en hebben 36.439 binnenvaartschepen een van de havens in het gebied bezocht. De binnenvaart nam in 2022 54% van het totale achterlandvervoer van en naar het Noordzeekanaalgebied voor haar rekening.
Project TRANS2
Port of Amsterdam heeft zich nu aangesloten bij het project TRANS2 (TRANSitie naar een klimaatbestendig Rotterdams achterlandTRANSport). Met een consortium van 14 partijen (onder meer het ministerie van I&W, Rijkswaterstaat, Port of Rotterdam, Koninklijke Binnenvaart Nederland onder coördinatie van Deltares) wordt gewerkt aan een integraal beeld van de binnenvaartlogistiek en een klimaatbestendig transportsysteem. Met een groep experts worden vlootontwikkelingen en transitiepaden in beeld gebracht en wordt een inschatting gemaakt in welke mate er een toekomstbestendige vloot, vanuit het oogpunt van klimaatverandering, komt en wat er nodig is om capaciteit en betrouwbaarheid te behouden of zelfs te vergroten.
Deze samenwerking richt zich primair op het krijgen van meer grip onder een veranderend klimaat, hoewel de binnenvaart zich ook voor andere grote uitdagingen geplaatst ziet. Klimaatadaptieve oplossingen worden zo mogelijk getoetst met behulp van de zogenaamde Digital Twin Vaarwegen en het Systeem-Dynamisch (SD) model.
De sector laat bijvoorbeeld minder diep stekende schepen bouwen om minder last te hebben van laag water. Een meer klimaatbestendige vloot doet de kans op vertraging afnemen. Aanpassingen in de vloot worden tezamen met de veranderingen van de vaarweg als gevolg van klimaatverandering input voor het SD-model dat de goederenvertraging bepaalt.