Veel transportbedrijven in de stadslogistiek zijn niet op tijd klaar voor de zero emissie-zones, die vanaf 2025 in tientallen steden worden ingevoerd. Dat blijkt uit een enquête die is uitgevoerd in opdracht van ABN AMRO.
Bron: David Bolscher/Albert Jan Swart ABNAMRO.nl
Bijna 40 procent van de ondervraagde transportbedrijven is niet van plan om voor 2030 over te stappen op elektrische voertuigen. De transportsector ziet de hoge aanschafkosten van elektrische voertuigen als grootste belemmering, maar liefst 36 procent geeft dat aan.
Gevraagd naar het beleid van de gemeenten geeft 35 procent van de transportbedrijven aan dat dit niet duidelijk is. De onzekerheid rondom de invoering van zero-emissiezones is voor veel transportbedrijven nog te groot. Om het tempo van de transitie te verhogen moeten de overheid en gemeenten landelijk beleid voeren en de randvoorwaarden, zoals laadinfrastructuur en subsidies, op tijd realiseren.
Invoering zero emissie-zones
De verschillen tussen gemeenten kunnen het ondernemers lastig maken. Ten eerste moeten andere grote gemeenten nog hun ZE-zone aankondigen. De verschillen in het moment van invoering maken het vooral lastig voor transportbedrijven die in meerdere gemeenten actief zijn en in de ene gemeente al van elektrische voertuigen gebruik willen maken, maar in andere gemeenten nog concurrentie hebben van transportbedrijven die met (oude) dieselvoertuigen rijden omdat er nog geen ZE-zone is ingevoerd
Ten tweede kan de omvang van de ZE-zones per gemeente sterk verschillen. Dat zorgt voor verschil in omvang van de lokale markt voor emissievrij stadsvervoer per gemeente, waardoor een investering in elektrische transportmiddelen in de ene gemeente wel zinvol is, maar in de andere gemeente nauwelijks. Voor ondernemers die in elektrische transportmiddelen investeren zorgt dit voor oneerlijke concurrentie van transportbedrijven die alleen buiten ZE-zones actief zijn met (oude) dieselvoertuigen.
Hoge drempels
De transportsector ziet de hoge aanschafkosten van elektrische voertuigen als grootste belemmering, maar liefst 36 procent geeft dat aan. De subsidies voor aanschaf worden ontoereikend geacht en het budget dat de overheid beschikbaar heeft gesteld is te klein.
De tweede meest genoemde belemmering is de beperkte actieradius: 25 procent van de respondenten geeft dat aan. De actieradius van voertuigen wordt steeds hoger, waardoor ondernemers geneigd zijn de investering uit te stellen. Bovendien geeft 20 procent van de transportbedrijven aan dat hun wagenpark te nieuw is om op tijd over te stappen op elektrische voertuigen. Tot slot maken de meeste transportbedrijven zich zorgen over de netcapaciteit en beschikbaarheid van laadinfrastructuur.
Transitie versnellen
Om op tijd klaar te zijn, moeten transportbedrijven plannen maken voor het vervangen van de dieselvoertuigen en hun logistieke proces optimaliseren. Zo zou het met de invoering van ZE-zones voordeliger kunnen zijn om de logistiek uit te besteden. Daarnaast kan samenwerking, bundeling en overslag aan de rand van de stad de stadsdistributie efficiënter maken. Een landelijk beleid van de gemeenten en overheid helpt ondernemers om langjarige investeringsplannen voor elektrificatie te maken. Tot slot moeten de gemeenten en overheid de transitie betaalbaar maken, en investeren in het verhogen van de netcapaciteit en uitbreiden van de laadinfrastructuur.
Hele rapport lezen?
Kijk op de Insights van ABNAMRO.