De gemeente Amsterdam heeft begin dit jaar extra subsidie vrijgemaakt voor elektrische bestelauto’s om schoon vervoer te stimuleren. Hoewel zeer welkom, vindt HvA-onderzoeker Susanne Balm de regeling te beperkt en te zeer gericht op de bestelauto. Ze zou willen dat de gemeente een meer geïntegreerde visie ontwikkelt op het stadsvervoer: “Schoon vervoer is niet automatisch vervoer dat bijdraagt aan bereikbaarheid van de stad.”
Susanne Balm doet namens Urban Technology van Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoek naar alternatieve vormen van goederenvervoer in binnensteden, de Light Electric Vehicles (LEV’s). Ze reageerde met een vrij kritische tweet op de extra subsidie voor elektrische bestelauto’s. Die kan oplopen tot 10.500 euro per voertuig. Balm: “Ik ben absoluut niet tegen de regeling. Maar ze lijkt te conservatief gericht op de bestelbus, terwijl er tegenwoordig zo veel meer soorten – elektrische – voertuigen zijn voor stadsdistributie.”
Niet voor alternatieve elektrische vrachtvoertuigen
De gemeente staat uitzonderingen toe. Zo is de subsidieregeling ook voor voertuigen die geen classificatie N1 hebben. “Maar de eis ‘vergelijkbaar met de bestelbus’ stelt de HvA-onderzoeker teleur. Volgens haar worden of werden in steden als Zwolle, Den Haag, Maastricht en Utrecht ook elektrische vrachtfietsen gesubsidieerd. Ze zou graag zien dat Amsterdam dit beleid overneemt. Balm wijst op de mogelijkheden van de LEV’s. “Met een CargoBike-XL – een driewieler met trailer – kan veel, ook qua laadruimte. Maar het blijft een fiets, een kostbare fiets, die dus buiten de regeling valt.” Balm is bang dat ondernemers in Amsterdam nu minder snel zullen kiezen voor de alternatieven. “Een bestelbus koop je voor twaalf jaar. Als je die eenmaal hebt, zul je niet ook nog voor een LEV kiezen.”
Betere inpassing LEV’s in verkeer
Hoe dan ook bevolken steeds meer LEV’s de Amsterdamse straten. Naast de Cargobike-XL zijn er onder meer de Stint en de elektrische vrachtscooter, de TRIPL. Die kunnen zich snel voortbewegen, omdat ze op fietspaden mogen rijden. Maar ze nemen daar ook ruimte in beslag en dat roept weerstand op. “De gemeente moet bepalen wat de beste plek is voor LEV’s in het verkeer. Ons advies is onder meer dat lagere maximumsnelheden en fietsstraten helpen bij een betere inpassing van de elektrische voertuigen in het verkeer.”
Het nieuwe college aan zet
Volgens Balm is de nieuwe subsidieregeling voor elektrische bestelbussen een voorbeeld dat de verschillende afdelingen van de gemeente Amsterdam hun beleid onvoldoende afstemmen. De afdeling V&OR buigt zich over de doorstroming en bereikbaarheid in de stad, Bureau Luchtkwaliteit over schoon vervoer. “Ook een schone bestelbus blijft groot en neemt veel ruimte in. Daar zou eigenlijk ook naar gekeken moeten worden bij het opstellen van zo’n subsidieregeling.” Balm zou graag zien dat er snel een meer geïntegreerde visie komt op stadsdistributie. “Het beleid loopt achter op de realiteit van het toenemende aantal LEV’s. Als het aan mij ligt is het nieuwe college nu aan zet haalt het de beslissing naar voren over hoe de stad verkeerskundig en met schone voertuigen wordt ingericht.”