Het aantal elektrische bestel- en vrachtwagens in Nederland groeit en daarom zijn er ook steeds meer publieke laadmogelijkheden voor de transportsector nodig. Om het voor ondernemers nog makkelijker te maken, heeft de NAL (Nationale Agenda Laadinfrastructuur) een interactieve laadkaart voor zwaar vervoer gelanceerd.
Bron: NAL.
Elektrische bestel- en vrachtwagens worden tot op heden meestal op depot geladen. Dit wordt doorgaans gedaan op de plek waar de voertuigen ’s nachts worden geparkeerd, zoals op het eigen bedrijfsterrein. Naast het laden op het depot wordt het met name voor de langere nationale en internationale ritten steeds belangrijkers dat elektrische bestel- en vrachtwagens onderweg kunnen bijladen.
Om te weten waar op dit moment geschikte publieke laadpunten zijn, ontwikkelde de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) een interactieve laadkaart voor zwaar vervoer die woensdag 17 april op het jaarlijkse NAL-evenement in Amersfoort is gepresenteerd,. Per locatie wordt aangegeven welk type voertuig daar kan laden, hoeveel laadpunten er zijn en hoeveel vermogen deze hebben. De laadpunten op de laadkaart zijn onderverdeeld in RDW- voertuigcategorieën (N2, N3 en N3+O4). Ook wordt er onderscheid gemaakt tussen laadpunten die geschikt zijn voor zwaar vervoer, en laadpunten die specifiek bedoeld zijn voor het laden van vrachtwagens (aangeduid als dedicated N3). Op dit moment zijn er in totaal 60 laadlocaties geschikt voor de categorieën N3/N3+O4 en 118 voor de categorie N2.
Laden in de toekomst
De komende jaren wordt er hard gewerkt aan de uitbreiding van een landelijk basisnetwerk voor (zwaardere) elektrische vrachtwagens. De eerste laadlocaties zijn inmiddels gerealiseerd en steeds meer ontwikkelaars en exploitanten tonen interesse bij gemeenten, provincies en het Rijk voor de ontwikkeling van laadpleinen op strategische locaties.
De nieuwe interactieve laadkaart zwaar vervoer biedt een overzicht van de actuele laadpunten en maakt inzichtelijk hoe de verhouding tussen het aanbod van publieke laadpunten en de laadbehoefte van zwaar vervoer zich ontwikkelen en waar nodig bijgestuurd kan worden.
Meer informatie
De laadkaart voor zwaar vervoer is ontwikkeld door de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL), werkgroep Logistiek. In deze werkgroep zit een brede afvaardiging vanuit het hele werkveld: de laadsector, netbeheerders, bouwsector, automotive sector, overheid en de NAL-regio’s.
Voor de ontwikkeling van het basisnetwerk werken NAL, ministerie van Verkeer en Waterstaat, Nationaal kennisplatform laadinfrastructuur (NKL) en andere partijen aan verschillende projecten, waaronder Logistiek Laden (LoLa), Living Lab Heavy Duty Laden (LLHDL) en Clean Energy Hubs (CEH).
De op kaart getoonde laadlocaties zijn gebaseerd op data die door de laadpaalexploitanten (CPO’s) is aangeleverd. De exploitant is de partij die aangeeft of de betreffende locatie geschikt is voor de verschillende categorieën zware voertuigen (N2, N3, N3 + O4). Databeheerder Eco-Movement verwerkt deze data tot informatie die in de laadkaart gebruikt kan worden.