De directie van Schiphol laat het plan voor het invoeren van een aparte vrachtpool voorlopig varen. De komende maanden gaat de luchthaven in gesprek met de luchtvrachtsector, waaronder branchevereniging ACN, over een andere regeling die ook kan garanderen dat freightcarriers voldoende landingsrechten houden te midden van het overige vliegverkeer. Schiphol Group denkt na de zomer meer duidelijkheid te kunnen bieden.
Voor de coronacrisis stond de vrachtsector op Schiphol zwaar onder druk door de strenge regels met betrekking tot slotrechten in combinatie met de limiet die was bereikt in het maximum aantal vliegbewegingen per jaar op de Amsterdamse luchthaven. Zeker een vijfde van de vracht was inmiddels weggelekt naar luchthavens elders, met name net over de grens met België en Duitsland.
Demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen kwam in overleg met de Europese Unie en de sector in voorjaar 2019 met een regeling om slots te garanderen voor de vrachtsector, de zogeheten local rule 2. Maar door de coronacrisis was die al snel niet meer nodig. Door het stilvallen van het vliegverkeer waren er volop slots voor cargo freighters. De vrachtsector nam in mei 2020 zelfs bijna de helft van het totaal aantal vluchten op Schiphol voor zijn rekening. En vorige maand nog bleek dat het vervoerde tonnage in maart dit jaar met 27% was toegenomen vergeleken met maart 2020.
Lees ook: Opluchting luchtvrachtsector: minister keurt local rule Schiphol goed
Local Rule 2 loopt na de zomer af en er zou een vrachtpool voor in de plaats komen. De luchthaven wil nu eerst gesprekken gaan voeren over hoe de nieuwe regeling er uit gaat zien. “We willen bij voorkeur focussen op een aanpassing van Local Rule 2”, aldus Schiphol Group. Mochten gesprekken hierover niet tot een voor alle partijen bevredigend resultaat leiden, dan zal de directie alsnog de vrachtpool inrichten, schrijft ze. Het is de bedoeling dat na de zomer hierover meer bekend wordt. ACN-directeur Maarten van As staat in nauw contact met Schiphol Group over de kwestie en zegt dat er een gedeeld besef is dat een “strategische reservering voor vracht hoog op de agenda moet blijven staan”.
