Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan en waarom afzonderlijk als het samen kan? Dat was de boodschap die de deelnemers op woensdag 11 november meekregen tijdens het tweede ondernemersontbijt in de Smart Logistics Hub. Reynoud Foppen van Collibox en Erik Roelevink van Airhunters gaven een presentatie over hoe zij het fysieke gat in de logistieke markt vullen.
Vrachtwagens rijden niet vol rond . Hoe leeg ze precies zijn, daar waren de ontbijtgasten het niet over eens, maar de conclusie was dat er veel lege ruimte overblijft. En dat is niet nodig, zo bewijst het succes van Collibox en Airhunters.
Een vrachtwagen is als een zak chips
Erik Roelevink vergeleek vrachtwagens met een zak chips: “De zak is 50% gevuld en 50% lucht, zogenaamd om de kwaliteit te behouden maar dat geloof ik niet. Je vervoert lucht.” Een klant die iets laat vervoeren, betaalt deels voor lucht omdat de vrachtwagen toch moet rijden. Anderzijds laat een distributeur geld liggen door de ruimte niet volledig te benutten. Op basis van dit gegeven creëren Collibox en Airhunters een win-winsituatie. De klant krijgt vervoersruimte voor een lagere prijs doordat er een bestaand netwerk gebruikt wordt en de distributeur haalt gratis winst binnen. Bekijk het op een grotere schaal, dan leidt de deal ook tot minder verkeer. Collibox en Airhunters zijn dus ook nog eens milieu-maatschappelijk verantwoord. win-win-win!
Cargopoolen werkt (nog niet)
Cargopoolen levert alleen maar voordelen op, dus waarom zijn bedrijven nog niet massaal overgestapt? “Angst voor samenwerken”, legt Reynoud Foppen uit. Ook houden te veel bedrijven volgens hem nog vast aan ouderwetse praktijken. De logistieke markt is veranderd, vasthouden aan je core business is niet langer voldoende en er is meer IT-integratie nodig. Er klinkt instemming, bijvoorbeeld van Manolo de la Fuente van Broekman Logistics. De deelnemers waren het eens, een transformatie van de logistieke sector is nodig. Hoe, wanneer en wat de beweegreden daarachter zou zijn, daar ging de discussie nog lange tijd over door.
Tekst: Abigail Gerrits
