Het Smart Cargo Mainport Program (SCMP) is een innovatie-initiatief gericht op het verbeteren van de landzijdige luchtvrachtafhandeling op Schiphol. Een belangrijk onderdeel van dit programma is het Road Feeder Services (RFS)-project, dat zich bezighoudt met ‘luchtvervangend wegvervoer’ van en naar Schiphol. Het RFS-project verzamelt alle relevante data rond deze wegtransporten en integreert die in een digitaal systeem voor uitwisseling tussen de betrokken ketenpartners. Dat brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee voor deze partijen.
Bron: Royal Schiphol Group.
“Als vooraanstaande luchtvrachthub binnen Europa is Cargo City Schiphol van onschatbare waarde voor de Nederlandse economie. Maar om onze positie als aantrekkelijke luchthaven voor luchtvracht te behouden, is topkwaliteit van alle logistieke processen cruciaal”, zegt Luc Scheidel, programmamanager van het Smart Cargo Mainport Program (SCMP) vanuit Schiphol. “SCMP is opgericht door Schiphol, KLM Cargo, Cargonaut en Air Cargo Netherlands (ACN). Inmiddels werken vele partijen samen in het programma. Dit innovatieprogramma richt zich op het coördineren van de inspanningen van de verschillende ketenspelers in de vrachtsector, waaronder afhandelaren, luchtvaartmaatschappijen en vervoerders, ondersteund door een digitaal systeem. Het doel? Verbetering van de aan- en aflevering aan landzijde van vracht op en rondom Schiphol. Door de doorstroming te versnellen en daarmee ons concurrerend vermogen te bevorderen, willen we de vernieuwende en duurzame vrachthub blijven die we nu zijn.”
Op dit moment opereren op Schiphol vijf luchtvrachtafhandelaren, elk met hun eigen protocollen en werkwijzen. Maarten van As, director manager van de brancheorganisatie ACN, legt uit: “Om de vrachtafhandeling zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, moet een afhandelaar weten wat er aan landzijde aan vervoer op hem afkomt. Met tijdige digitale beschikbaarheid van de juiste informatie aan de juiste partij, streven we naar voorspelbare en planbare processen. Uiteindelijk werken we toe naar een toekomst met digitale truckslotplanning waarbij vervoerders op afspraak bij de afhandelaar komen.”
Road Feeder Services: ‘vlucht op wielen’
Om een volgende stap naar digitalisering te kunnen zetten, is een grondig overzicht van alle luchtvrachtbewegingen op Schiphol essentieel. Bij lokale import- en exportstromen waren deze al beter in beeld, maar informatie over de Road Feeder Services-stroom was nog onvolledig, zegt Erwin de Jager, businessprojectmanager van het RFS-project. “Terwijl het een substantieel deel uitmaakt van alle vervoersbewegingen op Schiphol.”
De Jager werkt al anderhalf jaar intensief samen met ketenpartners om de transparantie in de RFS-vervoersstroom te vergroten. “RFS biedt een alternatieve transportoplossing voor luchtvracht. Het is luchtvervangend wegvervoer tussen luchthavens, ook wel een ‘vlucht op wielen’ genoemd. Goederen worden in opdracht van luchtvaartmaatschappijen per vrachtwagen vanuit diverse Europese bestemmingen naar Schiphol gebracht, en vice versa. Het stelt airlines in staat om hun klanten betere service te bieden, zelfs op locaties waar zij geen directe vliegverbindingen hebben, door gebruik te maken van hun RFS-partners, grote vervoersbedrijven, die met tal van vrachtwagens tussen luchthavens pendelen.” De IATA heeft wereldwijd afspraken gemaakt om deze transporten als vluchten te classificeren, inclusief vluchtnummer en alle vereiste douaneformaliteiten.
Het doel is om alle relevante data te verzamelen, waaronder vervoersschema’s, het gebruik van vluchtnummers en de samenwerkingsverbanden tussen partijen, en deze informatie vervolgens op één veilige digitale locatie te centraliseren. “Later kan deze informatie gedeeld worden met alle betrokken partijen via een online tool”, aldus De Jager. Volgens hem ligt de uitdaging vooral in de integratie van verschillende systemen en werkwijzen. “Daarom hebben we een dashboard ontwikkeld voor de voortgang van de datadekking. Ook stellen we een afsprakenstelsel op omtrent vertrouwelijkheid en applicatiebeheer, en leggen we de onderlinge relaties tussen RFS-partners vast. Op deze manier zorgen we ervoor dat partijen alleen toegang krijgen tot de data waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Nu is het hoog tijd voor de ontwikkeling van die RFS-tool, zodat partijen daadwerkelijk informatie kunnen uitwisselen. De implementatie van deze tool, als onderdeel van het Smart Cargo Mainport Program, staat gepland voor het najaar. Eerst alleen beschikbaar voor partijen rondom afhandelaar dnata, daarna geleidelijk aan ook voor andere ketenpartijen.”
Uitdagingen en kansen
Een vooraanstaande speler in de logistieke sector is Jan de Rijk Logistics. Het bedrijf, gevestigd in Roosendaal, beheert een vloot van meer dan duizend voertuigen en heeft vestigingen op belangrijke luchthavens zoals Amsterdam, Brussel, Frankfurt, Londen en Parijs. “Ongeveer een derde van onze totale omzet komt voort uit luchtvracht”, vertelt David Smorenburg, salesmanager luchtvracht. “We verzorgen transporten tussen meer dan honderd Europese vliegvelden, variërend van bloemen en medicijnen die specifieke temperaturen vereisen tot beveiligde goederen zoals iPhones.” Hij benadrukt de noodzaak voor meer transparantie, efficiëntie en snelheid in het vrachtafhandelingsproces. “Daarom ben ik erg enthousiast over het RFS-project. We hebben nu te vaak te maken met lange files op en rond Schiphol, vooral richting het weekend. Dat leidt tot wachttijden van wel zes tot zeven uur, een van onze grootste kostenposten op dit moment. Door gegevens van luchtvaartmaatschappijen en vrachtwagenchauffeurs te koppelen aan die van afhandelaren, krijgen zij een beter beeld van wat er op hen afkomt, waardoor ze hun mensen en middelen efficiënter kunnen inzetten en alle betrokken partijen een grotere kans hebben om te worden geholpen. Voor chauffeurs betekent dit bovendien minder tijdrovend papierwerk.”
Het vervoersbedrijf maakt zelf gebruik van geavanceerde IT-applicaties. “We weten precies waar onze wagens zijn en wanneer ze ergens arriveren. De beschikbaarheid van compatible data is ook niet het probleem; het gaat erom alles in één systeem te krijgen, wat voor sommige ketenpartijen een aanzienlijke aanpassing in hun eigen systemen vergt. Maar het resultaat is veelbelovend: samenwerking binnen één digitaal netwerk leidt niet alleen tot een betere service voor onze klanten, maar ook tot een aantrekkelijkere luchthaven en regio. Uiteindelijk levert dit voordelen op voor iedereen, inclusief werknemers in de sector.”
Een nieuw gezamenlijk script
Etihad Airways is al meer dan tien jaar actief op Schiphol, met dagelijkse passagiersvluchten en zes vrachtvluchten per week. Jan Verboon, Area Manager Cargo Operations and Delivery, begrijpt als geen ander het belang van Road Feeder Services voor hun bedrijfsactiviteiten: “Naast ons hoofdkantoor in Abu Dhabi is Schiphol een van onze belangrijkste luchthavens ter wereld. Net als Schiphol hechten wij veel waarde aan technologische innovatie; in die zin is dit een perfecte match.”
Ook Verboon benadrukt de dringende behoefte aan voorspelbaarheid binnen de luchtvrachtafhandeling. “Het grote belang van het RFS-project is dat het verstoringen in het laad- en losproces helpt voorkomen. Voorwaarde is wel dat alle betrokken luchtvrachtoperators en luchtvaartmaatschappijen met hun hoofdkantoren aansluiten. Dit roept de vraag op: kan iedereen in hetzelfde tempo mee?” Wat betreft aanpassingen in de eigen werkprocessen is hij optimistisch. “De communicatie tussen airlines en trucks volgt universele standaarden, dus die gegevens hebben we al. Uitdagend is met name het aanleveren van de benodigde gegevens voor het project, want dat vergt inspanning en tijd. Momenteel zitten we op 91%. Al met al zijn we hier een geheel nieuw script aan het schrijven met de Schiphol-community. Dat is behoorlijk uniek.”
Voorsorteren op de toekomst
De Jager voorziet een toenemende relevantie van Road Feeder Services, aangezien het luchtvrachtvolume op Schiphol blijft groeien, ongeacht het aantal (toegestane) vliegbewegingen. “Het verschil zal straks worden gemaakt over de weg, waarbij een goed functionerende fysieke en digitale infrastructuur essentieel zijn om congestie te voorkomen. In dat licht is deze innovatieve digitalisering een slimme zet in voorsorteren op de toekomst.”
SCMP neemt deel aan het initiatief Digitale Infrastructuur Logistiek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wordt daardoor ook ondersteund. Ook Amsterdam Logistics geeft ondersteuning aan SCMP.