Op 20 juni verzamelden zo’n veertig genodigden vanuit het bedrijfsleven en de overheid zich in het DMI-Centre voor de marktconsultatie voor Connected Transport-diensten. Tijdens de consultatie werd input en feedback opgehaald voor een gezamenlijke roadmap voor de doorontwikkeling en opschaling van Connected Transport. De roadmap wordt naar verwachting doorvertaald naar een O&O-opdracht later dit jaar.
Bron: DMI Ecosysteem/Femke Mureau.
Connected transport zit op een belangrijk maar kritisch punt in de innovatiecyclus: opschaling is nodig om echt stappen te zetten. Tijdens de bijeenkomst werd er uitgebreid gesproken over de mogelijkheden en drempels voor opschaling. De businesscase voor de vervoerders moet kloppen, dat zijn de deelnemers met elkaar eens. “Het begint op de rondwegen. Als vervoerders daar zelf kunnen ervaren wat de voordelen zijn, kan een kantelpunt gaan ontstaan” aldus Joris Tenhagen van Pharox.
Bouwen we een businesscase of bouwen we een ecosysteem? Vraagt Twan Goossens van MobiCoach zich af. “Wij als FMS-leveranciers moeten data beschikbaar maken en zorgen dat meer mensen in de logistiek connected gaan rijden. Stel dat we over twintig jaar nog maar één rijstrook hebben in de steden, omdat de ruimte zo beperkt is. Dan heb je je logistieke stromen echt strak te regelen. Dan heb je het inzicht uit die data echt hard nodig. En dan kan je ook de link leggen met intelligente toegang: wie laat je wanneer de binnenstad binnenrijden? Door daar aan de voorkant goed over na te denken voorkom je hinder en opstoppingen.”
Opschalen dus, dat was de boodschap van de bijeenkomst. Die eensgezindheid geeft goede moed voor een mogelijke onderzoeks- en ontwikkelingsopdracht (O&O) later dit jaar, om connected transport verder te brengen.
De markconsultatie was onderdeel van de Connected Transport Week: een week waarin vervoerders, wegbeheerders en logistieke IT-leveranciers tijdens verschillende evenementen kennis kunnen maken met slimme logistieke datatoepassingen. De week is een initiatief van verschillende samenwerkende regio’s (gemeentes en provincies) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.