Minister Van Nieuwenhuizen (Verkeer) wil het aantal pretvluchten op Schiphol aan banden leggen. Daarmee wil ze de toekomstige schaarse ruimte op de luchthaven gebruiken voor routes die economisch het meest opleveren in plaats van de zoveelste pretvlucht naar Barcelona of Praag.
De minister ging maandag in gesprek met bedrijven en omwonenden in Aalsmeer over Schiphol in verband met de groeidiscussie rond de luchthaven. „We kunnen nu niet sturen op het soort bestemming. Als een luchtvaartmaatschappij zich aanmeldt op Schiphol voor een route die al twintig keer per dag wordt gevlogen, krijgt deze het landingsslot toegewezen. Ik wil kijken in Europees verband of het mogelijk is om ook te differentiëren naar bestemmingen die het meest aan de economie bijdragen”, zegt Van Nieuwenhuizen tegen De Telegraaf.
De nieuwe Europese Commissie zal een besluit nemen over een nieuwe zogeheten slotverordening, aldus de minister. Met deze regels wordt bepaald hoe landingsrechten uitgegeven worden. Tot nu toe is deze vooral gericht op een gelijke behandeling van luchtvaartmaatschappijen, niet op de routes die ze willen vliegen.
Moeilijk pad
De minister beweegt zich met dit plan op een moeilijk pad. Tot nu toe kreeg ze nul op rekest van de Europese Commissie in Brussel bij het verplaatsen van pretvluchten van Schiphol naar Lelystad Airport, de zogeheten verkeersverdeelregel. Hiermee moest ruimte gecreëerd worden op Schiphol voor verbindingen naar andere economische centra in de wereld, bijvoorbeeld India. Brussel oordeelde tot nu toe steeds dat Lelystad Airport voor nieuwe toetreders gebruikt moet worden, in plaats van bestaande klanten van Schiphol.
„Het lijkt inderdaad op de verkeersverdeelregel van Lelystad Airport. Maar toch wil ik proberen om steun te zoeken bij andere Europese landen om dit te veranderen. Veel andere luchthavens in Europa zitten aan hun plafond. Voor hen kan dit ook een uitkomst zijn”, zegt Van Nieuwenhuizen.