foto bij blog elzakalai

Schiphol en de kunst van het balanceren

Optimisme wordt over het algemeen als een deugd beschouwd. Soms echter wekt het geloof in een goede afloop ook kritiek en weerstand op. Dat ondervind ik de laatste tijd als wethouder luchthavenzaken van de gemeente Haarlemmermeer. Bij verschillende gelegenheden, sommige met camera’s en microfoons in mijn buurt, heb ik gezegd – en ik herhaal dat hier graag – dat ik optimistisch ben over de groeikansen van Schiphol, onze nationale luchthaven. 
Adam Elzakalai, wethouder Luchthavenzaken Haarlemmermeer

Deze optimist ontmoet veel bijval. Maar in de raadzaal en op de sociale media word ik hier en daar met argusogen gevolgd. Vooral bestuurders (van andere gemeenten), inwoners en politieke partijen die het accent leggen op geluidsoverlast, luchtkwaliteit, leefomgeving en veiligheid rekenen mij in een ommezien tot hun tegenstander.

Gepolariseerd

In een gepolariseerde discussie lijkt dat wellicht logisch. De optimist wordt als de keuze wordt verengd tot ‘voor’ of ‘tegen’ in een handomdraai geframed als de voorstander van ongebreidelde groei. Vliegen zullen we, hoe meer, hoe beter. Niet zeuren, the sky is the limit. Ik daag de critici uit aan te wijzen wanneer en waar ik zo ongenuanceerd heb gejubeld over een onvoorwaardelijke en onbegrensde schaalsprong van Schiphol.

Vijftig tinten grijs

Mijn optimisme, benadruk en herhaal ik, betreft alle aspecten van de groeikansen van Schiphol. Ik geloof erin dat de luchthaven zich kan blijven ontwikkelen mét nadrukkelijke inachtneming van de voorwaarden op het gebied van veiligheid, geluidhinder en luchtkwaliteit en andere relevante facetten. Een groot deel van mijn vertrouwen is gebaseerd op het verleden, waarin we er met zijn allen, inclusief Schiphol, ook zijn geslaagd om hobbels te nemen en op de voortschrijdende techniek, waarmee bijvoorbeeld vliegtuigen stiller kunnen worden gemaakt.

Al mijn voorgangers en al mijn opvolgers én ikzelf ook al weer ruim vier jaar, kregen, krijgen en hebben te maken met het delicate evenwicht tussen de lusten én lasten die de aanwezigheid van onze nationale luchthaven met zich meebrengen. Het gaat dus om balanceren en dat is een heel andere tak van sport dan polariseren. De discussie over Schiphol is er niet één van louter tegengestelde belangen. Dit spel wordt niet gespeeld op een bord met zwarte en witte stukken. Vijftig tinten grijs komen meer in de buurt.

Staan als een huis

We hebben met zijn allen belang bij een aanjager van het formaat Schiphol van onze economie. Alleen al in Haarlemmermeer zijn 10.000 aan de luchthaven gerelateerde bedrijfsvestigingen, waaronder een aantal grote multinationals. En dan heb ik het nog niet eens over de vliegreizen die we zelf graag maken. Of over het vrachtvervoer door de lucht.

Tegelijkertijd brengt de aanwezigheid van een van de grootste internationale luchthavens binnen onze gemeentegrenzen de nodige vraagstukken met zich mee. En dat zal altijd zo blijven. Lusten en lasten. Dáár gaat het om bij de MER, de milieueffectenrapportage, die momenteel wordt gecheckt, nagerekend en tegen het licht wordt gehouden. In dat bouwwerk van cijfers wordt het Schiphol van de toekomst gehuisvest. Dat moet dus staan als een huis.

De bouw ervan wordt bemoeilijkt doordat een aantal gemeenten heeft aangegeven dat ze de berekeningen bij voorbaat niet vertrouwen. En daarmee dus eigenlijk Schiphol niet.

Balans

Dit wantrouwen komt voort uit de vorige rekenexercities waarbij inderdaad de sky werd voorgeschoteld als de limit. Dat was op zijn zachtst gezegd niet handig, dat wekte inderdaad geen vertrouwen. Maar de toenmalige staatssecretaris heeft ingegrepen. Het huiswerk moest opnieuw en wordt nu nagekeken en beoordeeld door een hele trits van onafhankelijke bureaus van deskundigen. En daarna nog een keer.

En ja, ik heb er vertrouwen in dat de cijfers die straks op tafel liggen, kloppen, dat ze de werkelijkheid weergeven, dat er niet mee gemarchandeerd is en dat ze niet naar de gewenste conclusie zijn toegerekend. En ja, ik heb er vertrouwen in dat Schiphol selectief kan groeien en dat tegelijkertijd wordt voldaan aan voorwaarden op het gebied van veiligheid, hinder en leefomgeving. Ik ben een optimist, ik geloof in onze luchthaven, in de techniek, in de balans tussen lusten en lasten.