In de Metropoolregio Amsterdam is een actielijst opgesteld voor een nieuwe benadering van de ontwikkeling van bedrijventerreinen en de bestemming van de schaarse ruimte in onze regio. De lijst is het resultaat van een trendsessie met ondernemers, bestuurders en experts over werklocaties van de toekomst. Uitgangspunt zijn drie trends die de toekomst gaan bepalen. “Als in Dubai nu al met drones mensen worden vervoerd, dan moeten ook wij rekening gaan houden met de bouw van dronestations.”
De bijeenkomst ‘The future of worklife’ was een initiatief van gebiedsontwikkelaar SADC, bedrijventerrein Zevenhuizen en Gemeente Amsterdam. Jeanet van Antwerpen van SADC: “Bestemmingsplannen van bedrijventerreinen zijn al jaar en dag hetzelfde; een paars vlak duidt de bedrijfsbestemming aan, een gridstructuur de wegen.
“De toekomst: urbanisatie, eco-nomy, digitalisering en need for speed”
Tot zover de creativiteit. Het resultaat? Veelal afgelegen, monofunctionele en vaak niet heel sociaal veilige gebieden. Ook blijven gebouwen en bijvoorbeeld parkeerruimtes een groot deel van de dag onbenut.” Als we (wereldwijd) het schaarse talent aan ons willen binden en onze concurrentiepositie als bedrijf en regio willen versterken, dan moet dat anders.”
Leefbare werkmilieus
Op de bedrijventerreinen van de toekomst wordt volgens de organisatoren zowel economische groei als leefbaarheid gerealiseerd. Met groen, goede voorzieningen, een goede bereikbaarheid en functiemenging, bijvoorbeeld een airbnb voor parkeerplekken. “Welke trends worden daarin doorslaggevend?”, vroegen ze de deelnemers aan de sessie. Het werden urbanisatie, eco-nomy en digitalisering. De need for speed en instant gratification jagen de grote veranderingen aan. Trendwatcher Jeanneke Scholtens: “3D-printing zit nu nog in een soort luwte, maar zodra die technologie op stoom komt, heeft dat enorme gevolgen voor bijvoorbeeld de sector Transport en logistiek en de manier waarop we opslag inrichten.”
“Te veel zaken zijn in beton gegoten”
De dominante trends kiezen, was een peulenschil. Maar de gevolgen ervan vertalen naar beleidskeuzes voor de toekomst, bleek minder eenvoudig. Van Antwerpen: “Je zag dat de deelnemers in een kortere tijdspanne gingen denken. Een goede zaak. Op dit moment zijn te veel zaken nog in beton gegoten: wetten, regels, informatiesystemen, ze lopen achter de feiten aan. Ze zouden zich juist (automatisch) aan de feiten moeten aanpassen.”
Geregeld koers wijzigen
Een van de belangrijkste conclusies van de trendsessie was dat flexibiliteit cruciaal wordt. “Iedereen weet dat een strategie nodig is, maar we moeten bereid zijn om een koers te wijzigen zodra een nieuwe realiteit daar om vraagt.” Van Antwerpen adviseert om bij de bouw en aanleg van de werklocaties in de toekomst ook de gebruiksduur te verkorten van dertig naar bijvoorbeeld tien tot vijftien jaar.
“De gebruiksduur verkorten kan als je circulair bouwt”
Volgens haar is al bewezen dat het kan: “Van veel gebouwen voor de Olympische Spelen in Londen was vooraf al duidelijk dat ze niet in Olympische vorm en formaat konden blijven. Er zijn daarom zwembaden gebouwd met demontabele vleugels. En het basketbalstadion werd eenvoudig weer weggehaald. Als er circulair wordt gebouwd, kan dat allemaal zonder onnodige verspilling en hoge kosten.”
(Tekst gaat verder onder foto)
Bestemming van schaarse ruimte
De contouren van het werklocaties van de toekomst werden langzaam duidelijk. Bleef de vraag hoe we moeten omgaan met het toewijzen van de schaarse ruimte. Welke bedrijven horen echt in de stad thuis, welke kunnen zich ook elders vestigen? Waar kunnen wonen en werken vermengd worden en welke industriële reservaten staan functievermenging niet toe? Gericht toewijzen wordt aantrekkelijker als aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan. Als werklocaties buiten de stad net zo bereikbaar zijn als in de stad, “bijvoorbeeld door de Noord/Zuid-lijn door te trekken en meer intercitystations bouwen. Door te zorgen dat alles dichtbij is en voelt”, besloot een groep deelnemers.
Helikopterview en vertrouwen
“Samenwerking op inhoud en niet op macht”
Ook een helikopterview op de ruimte-indeling van de MRA blijkt hard nodig. Misschien zelfs één autoriteit die zich er verantwoordelijk voor voelt. Jeanet van Antwerpen: “Daarvoor is wel vertrouwen nodig en we moeten elkaar iets gunnen. Voor de wereld is de MRA een regio op postzegelformaat. Alle gemeenten hebben er een functie en kunnen delen in de welvaart. Om daarvoor het onderste uit de kan te halen is het nodig dat we over (administratieve) grenzen stappen. We hebben samenwerking op inhoud nodig en niet op macht.”
[featured_block]
U leest meer over de bijeenkomst The future of worklife en de toekomstsessies in onze longread.