De manier waarop Schiphol en de haven van Rotterdam bijdragen aan de Nederlandse economie is veranderd door verschillende ontwikkelingen. Die veranderen ook wat Nederland nodig heeft om in de toekomst een aantrekkelijk en concurrerend land te blijven. De Raad van Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) adviseert dan ook in het rapport ‘Mainports voorbij’ om het traditionele mainportbeleid te vervangen door een vestigingsbeleid.
Het advies kon direct al op veel kritiek rekenen van zowel de direct betrokken in de mainports Schiphol en Rotterdam, als van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Wat staat er precies in ‘Mainports voorbij’?
De Nederlandse economie heeft sterk geprofiteerd van de groei van Schiphol en de haven van Rotterdam. Het mainportconcept vormde een krachtig beeld voor de economische ontwikkeling van Nederland en het mainportbeleid droeg bij aan het succes van Schiphol en de haven van Rotterdam. Verschillende ontwikkelingen veranderen de manier waarop Schiphol en de haven van Rotterdam bijdragen aan de Nederlandse economie. Deze ontwikkelingen veranderen ook wat Nederland nodig heeft om in de toekomst een aantrekkelijk en concurrerend land te blijven. Denk aan:
- de overgang van fossiele naar hernieuwbare energie en de biobased economie
- grotere internationale concurrentie en nadruk op waardenetwerken van hoogwaardige activiteiten
- nieuwe mondiale routes voor lucht- en scheepvaart (zoals meer rechtstreekse intercontinentale bestemmingen)
- kleinere verschillen in vestigingsklimaat tussen westerse landen en belang van totale samenhang tussen vestigingsplaatsfactoren
- technologische innovaties die een nieuwe economische structuur versterken
Aanbevelingen rapport Mainports voorbij
Economische kerngebieden centraal
De raad adviseert het kabinet, dat in 2017 aantreedt, voor de economische kerngebieden integraal beleid te voeren om de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van Nederland te versterken. Een integrale visie op de betekenis van economische kerngebieden (zoals de Noordvleugel en de Zuidvleugel van de Randstad en de regio rond Eindhoven) voor het vestigingsklimaat leidt tot bredere afweging van overheidsinvesteringen, waardoor betere beleidskeuzes gemaakt kunnen worden. De raad adviseert in dat beleid te bepalen wat de bijdrage van zowel de beide havens als andere factoren daaraan kan zijn. Overheidsbeleid dat zonder meer investeert in volumegroei van beide havens past daarin niet. Het kabinet moet eerst onderzoeken welke kritische massa van volumestromen nodig is: zolang de kritische massa van de havens wordt gerealiseerd, kunnen veel van de economische functies gewaarborgd blijven met meer ruimte voor afweging van andere maatschappelijke belangen.
Strategie Vestigingsklimaat 2040
De raad onderkent dat de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol, elk met hun eigen karakteristieken, voor ons vestigingsklimaat essentieel zijn en blijven. Het vestigingsklimaat in Nederland wordt door veel meer bepaald dan alleen door Schiphol en de haven van Rotterdam. Goede digitale infrastructuur, technologische innovatie, maar ook de kwaliteit van de leefomgeving en het voorzieningenniveau zijn van groot belang voor het aantrekken van bedrijvigheid, kennis en talent. Tegelijkertijd worden andere regio’s zoals Zuidoost-Azië steeds aantrekkelijker voor hoofdkantoren en bedrijven om zich te vestigen. De raad adviseert het kabinet daarom om een Strategie Vestigingsklimaat 2040 op te stellen. Het doel van deze strategie moet zijn de belangrijke economische kerngebieden van Nederland te versterken. Om dat te kunnen bereiken is de onderlinge interactie en samenhang van deze gebieden met de haven van Rotterdam, de luchthaven Schiphol, het kenniscentrum rond Eindhoven en de digitale infrastructuur naar het oordeel van de raad belangrijker dan focus op hun individuele bijdragen aan het verdienvermogen van Nederland.
Versterking Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie
Een integrale visie op de betekenis van economische kerngebieden voor het vestigingsklimaat leidt tot bredere afweging van overheidsinvesteringen, waardoor betere beleidskeuzes gemaakt kunnen worden. De raad adviseert om in de Strategie Vestigingsklimaat 2040 verschillende investeringen af te wegen op hun effect op het vestigingsklimaat en te kiezen voor de investeringen met het grootste effect. Het gaat daarbij niet alleen om harde factoren zoals infrastructuur , maar ook om zachtere factoren zoals kunst, groene leefomgeving en sociale inclusiviteit. De raad vindt dat het recente bestuursakkoord over de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) hiervoor een goede basis vormt en daarom versterking verdient. De REOS kiest als startpunt kansrijke economische ontwikkelingen in stedelijke regio’s. Deze benadering is breder dan die van apart mainportbeleid en biedt daardoor naar het oordeel van de raad meer perspectief op blijvend economisch succes. Door de complementariteit van economische kerngebieden te versterken kunnen economische en maatschappelijke resultaten op een hoger niveau worden gerealiseerd. Het vestigingsklimaat is daarbij van belang voor de vestiging van internationale bedrijven, maar is volgens de raad bovendien een indicatie voor een verscheidenheid aan kenmerken, die Nederland tot een aangename place to be maakt en quality of life biedt. Niet alleen voor bedrijven en hun werknemers, maar ook voor de Nederlandse bevolking als geheel.
De raad doet de volgende aanbevelingen in zijn advies ‘Mainports voorbij’:
a) Verbind economische kerngebieden in een Strategie Vestigingsklimaat 2040
- Onderzoek welke kritische massa van volumestromen nodig is.
b) Beschouw de digitale infrastructuur als belangrijke basisvoorwaarde voor het vestigingsklimaat
- Investeer in veiligheid en open toegang van digitale infrastructuur
- Stimuleer datagedreven innovatie en kennis
c) Verbind sectorale beleidsopgaven in een integrale Strategie Vestigingsklimaat
- Werk de ingeslagen weg met REOS verder uit
- Ken een grotere waarde toe aan zachte vestigingsplaatsfactoren
- Benut Nederland als proeftuin
d) Initieer een breder debat over urgente beleidsvragen.
Publicatiedatum
Het advies ‘Mainports voorbij’ is op vrijdag 1 juli 2016 namens de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu in ontvangst genomen door secretaris-generaal Maarten Camps (EZ) en directeur-generaal Mark Frequin (IenM).
Bron: Rli.nl