In de kop van Noord-Holland werkt het gelijknamige familiebedrijf van Dick-Jan Marees al ruim honderd jaar aan concepten om brandstof slim en tegen een scherpe prijs aan te bieden. De onderneming in Kolhorn heeft daar inmiddels ‘schoon’ aan toegevoegd. Met de oprichting van AVIA VOLT rollen Marees en vier andere AVIA-brandstofleveranciers landelijk de elektrificatie uit. Als het aan hem ligt, blijft het niet bij elektrisch. Marees gelooft heilig dat het vergroenen van het nationale vrachtwagenpark en daarmee de sector transport sneller en goedkoper gaat met synthetische brandstoffen zoals het eigen EcoSave HVO100. Dan is er nog waterstof. Dick-Jan Marees komt graag in contact met bedrijven die interesse hebben om op deze schone brandstof te gaan rijden.
Tekst: Anke Hoets.
Sinds 1922 is AVIA Marees, Marees & Kistemaker specialist in het beleveren van bedrijven en particulieren met aardolieproducten, zoals petroleum. Het bedrijf groeide naarmate de agrarische sector mechaniseerde. In de jaren tachtig opende de vader van Dick-Jan Marees zijn eerste tankstation in Julianadorp. Het werd al snel een automatische installatie zodat naar de pomp lopen niet langer nodig was. “Onze handel werd het exploiteren van onbemande tankstations. Klanten konden zichzelf helpen. Betalen ging met onze eigen tankpas, de bankpas bestond nog niet. Mensen in het dorp namen de tankpas en wij werden gemachtigd om automatisch af te schrijven.”
Tot langs wegen in heel Europa
Vader Marees bouwde voort op het concept van automatisch betalen en rolde een heel netwerk uit van onbemande tankstations. Dick-Jan Marees nam het stokje in 2004 over. Samen met de overige leden van het AVIA-netwerk werkt hij aan een tankstationsnetwerk in heel Nederland. “We doen aan elke aanbesteding mee en zitten langs steeds meer snelwegen, waaronder de A7 en A27. Ook hebben we een behoorlijk dicht onderliggend netwerk. Via contracten met AVIA-collega’s en partijen als Tango, IDS van Q8 en de EG Group met hun Esso-locaties kunnen AVIA-klanten tot in heel Europa terecht.”
Korte keten, weinig schakels
AVIA is een organisatie van onafhankelijke oliehandelaren die vrij zijn om hun product in te kopen waar ze willen. AVIA Marees zit ‘dicht op de klant’, schetst Dick-Jan Marees. De persoonlijke aanpak staat voorop. Bij problemen stapt een medewerker van het sales- of het onderhoudsteam eventueel in de auto om ter plekke de zaak op te lossen. “We werken met mensen uit de omgeving en richten ons vooral op de omgeving. We leveren aan loonwerkers en partijen die te groot zijn voor het servet, maar te klein voor het tafellaken. Klein, maar fijn en met een netwerk dat groeit.”
Eigen tankinstallatie bij de klant
Door zelf tankpassen aan te bieden, kunnen de AVIA-partners scherp prijzen. “Bij ons in de keten zitten niet allerlei schijven die allemaal geld moet verdienen.” Zijn bedrijf verkoopt naast brandstoffen, inmiddels ook andere producten zoals smeermiddelen en Adblue, benadrukt Marees. “En we brengen brandstoffen en faciliteiten naar de klanten. Als er ergens diesel in kan, dan brengen wij het op locatie. We zetten desnoods een tankinstallatie bij de klant. Dat is efficiënter; een chauffeur kan op het eigen bedrijf tanken en de wagen nog even wassen. Op een tankstation blijft hij of zij al snel rondhangen, maar tijd is geld.”
Vergroenen met frisse tegenzin
Zijn medewerkers begeleiden ook steeds vaker klanten in het proces naar vergroening. Dat is een weg die Marees in eerste instantie onder druk van wet- en regelgeving is ingeslagen. Zo werd hij als AGP-houder vanaf 2007 verplicht een percentage biobrandstoffen toe te voegen aan zijn product. Daar was hij in eerste instantie niet blij mee, erkent hij: “De biobrandstof FAME komt de kwaliteit van de diesel niet ten goede. We hadden veel technische problemen, onder meer met dichtgelopen filters. Maar je moet mee. En nu de keten aan het schuiven is, blijkt dat we er mee kunnen scoren. In Kolhorn, waar ons hoofdkantoor zit, zit ook een brandstofdepot dat een beetje slapende was. Daar gaan we binnenkort hernieuwbare brandstoffen opslaan en blenden met fossiele diesel.
We hebben er alles zelf in de hand. Kunnen bepalen wat en hoeveel we in ons product stoppen. Bovendien is voor ons de distributie daar vandaan handiger. Je wilt om de kerk je product verkopen, weinig kilometers maken. Chauffeurs worden schaarser en transportkosten per as gaan omhoog. Ons depot wordt ook met eigen schepen bevoorraad. We hebben dus de hele keten, van raffinaderij tot in de tank van de klant, onder controle.”
Elektrificeren
Dan is er nog de elektrificatie. De AVIA-partners hebben onlangs AVIA VOLT opgericht waarmee ze de elektrificatie in het transport landelijk willen uitrollen. Marees deed dat al in Noord-Holland. Begin juli opende hij AVIA XPress in Aalsmeer op de kruising van de N231 met de N196. Die plek is geen toevallige keuze, zegt hij: “Als je dichtbij een locatie zit waar veel logistieke beweging is, dan kun je echt het verschil maken. De logistiek is bovendien typisch een sector waar scherp wordt gekeken naar de financiën.” Het tankstation krijgt een breed pakket aan brandstoffen. “We bieden er EcoSave HVO 100, diesel en benzine aan en hebben een vergunning aangevraagd voor waterstof”, zegt Marees trots. “ We moeten nog een damwand neerzetten, daarna komen er ook laadfaciliteiten (high speed) voor particulieren en beroepsvervoerders.”
Toenemende druk om te vergroenen
Volgens Marees wordt de druk om te vergroenen op de transportsector flink opgevoerd nu overal milieuzones worden ingesteld. Maar elektrisch zal niet de enige oplossing zijn, verwacht hij. Want hoe zet je snel een hele vloot over op elektrisch?! Het is kostbaar en in praktische zin onhaalbaar gezien de netcongestie. Hetzelfde geldt voor rijden op 100 procent groene waterstof. Het is kostbaar, technisch nog niet uitontwikkeld, onbekend en daarom ook onbemind. Marees: “Transporteurs gaan pas nadenken over vergroenen als ze niet meer kunnen vervoeren.” Een vrachtwagen op waterstof kost bovendien minimaal drie keer zoveel als een dieselaangedreven truck, rekent hij voor. Iedereen zit dus een beetje in de wachtkamer.
Bom die gaat barsten
De enorme fixatie op elektrisch en/of waterstof voor het vergroenen van het wagenpark vindt Marees niet realistisch. “Je ziet dat waterstof bovenaan de agenda staat van gedeputeerden, wethouders, gemeentes, de hele politieke top. Toch rijdt er nog niet één stadsbus of vuilniswagen in Noord Holland op waterstof. Ik verwacht dat de bom gaat barsten. Want als er straks geen verbrandingsmotor meer de stad in mag, hoe gaat Amsterdam dan bevoorraad worden?! Het besef lijkt langzaam te groeien dat de hele stad dan plat komt te liggen”, constateert hij.
Groene diesel
De wereld van vrachtwagens is veel groter dan politici denken. Marees heeft zelf zijn hoop gevestigd op HVO: synthetische hernieuwbare diesel met een lage CO2-footprint. “Ik geloof heilig in groene diesel. Die slaat per liter zoveel energie op. Als je diesel synthetisch maakt met waterstof, dan heb je een fantastische energiedrager, beter nog dan waterstof die met groene stroom is gemaakt.” Het blijft een brandstof, erkent Marees. Maar wel met een heel lage CO2-uitstoot. “Als je de stad in moet met een milieuzone van 0-uitstoot, dan kom je er niet met HVO. Maar in mijn optiek kunnen we veel sneller vergroenen door in alle huidige verbrandingsmotoren synthetische brandstoffen te stoppen.”
Advies aan de politiek: ‘Kijk naar HVO en vergroen sneller en goedkoper’
HVO 100 voldoet grotendeels aan de NEN EN590-specificaties. Steeds meer vrachtwagenfabrikanten en motor producenten omarmen het product dan ook. Technisch zijn voor de overgang naar deze synthetische groene diesel ook geen aanpassingen nodig. Volgens Marees kunnen bestelwagens en vrachtwagens zonder enige extra ingreep overstappen op HVO en dus snel vergroenen. Dan is er nog de uitstoot. Nu al vervuilt Euro6 volgens de ondernemer Amsterdam niet, maar maakt de lucht in de stad juist schoon. “Wat er in wordt gezogen is viezer dan wat wordt uitgestoten. Door vloeibare ureum toe te voegen wordt stikstofoxide bijvoorbeeld geneutraliseerd. Als we álle vrachtwagens onder Euro6 vanaf 2030 verbieden en de nieuwe schone Euro 6 vrachtwagens op de groene synthetische brandstof laten draaien, dan vergroen je het wagenpark veel eenvoudiger, sneller en goedkoper.”
Oproep aan bedrijven: help een sluitende businesscase vinden voor waterstof
Innoveren en zoeken naar wegen om tegen een concurrerende prijs schone brandstoffen aan te bieden, zit in het DNA van Marees. Het bedrijf levert laadfaciliteiten bij de eigen tankstations en bij klanten en verzorgt, op plekken waar weinig stroomcapaciteit, faciliteiten voor energieopslag in batterijen in combinatie met laadpalen. Daarnaast heeft waterstof zijn bijzondere belangstelling. AVIA Marees werkt samen met HYGRO, specialist in de productie van groene waterstof en alle techniek die daarbij komt kijken. “HYGRO heeft een waterstofconcept waarmee het op een slimme manier verschillende hoge kostencomponenten zegt weg kunnen te halen. Een tankoplossing van HYGRO is kostentechnisch een stuk gunstiger dan de huidige, zwaar opgetuigde installaties en is dus laagdrempeliger om in te investeren. Een factor vijf goedkoper, verwacht ik.” Marees zou graag in contact komen met bedrijven die al lerend een sluitende businesscase willen vinden voor waterstof als energiedrager. “Ik hoop dat er partijen zijn in deze regio die op die kar willen springen.”
Kwartiermakers van Amsterdam Logistics werken aan programma’s op het gebied van slimme verduurzaming en vergroening van transport. Bijvoorbeeld in de Connected Transport Corridor (CTC) Amsterdam Westkant en Zero Emission Corridor (ZEC). Neem contact op met respectievelijk Janneke Nijsing en Jop Koppejan, de kwartiermakers, als je er meer over wilt weten.