De EU maakt 7 miljard euro aan subsidies vrij voor 134 vervoersinfrastructuurprojecten in heel Europa. Deze projecten moeten zorgen voor een efficiënter, groener en slimmer vervoersnetwerk. Meerdere Nederlandse projecten zijn geselecteerd.
Bron: Huis van de Nederlandse Provincies. Tekst: Femke Boersma.
De Europese Commissie heeft 134 vervoersinfrastructuurprojecten geselecteerd die in totaal 7 miljard euro aan Europese subsidie kunnen ontvangen uit het EU-fonds de “Connecting Europe Facility” (CEF). De geselecteerde projecten zorgen voor een efficiënt, groen en slim netwerk van spoorwegen, binnenwateren en zeeroutes in de EU en dragen zo bij aan een betere vervoersinfrastructuur in Europa.
Ongeveer 83% van de projecten zijn onderdeel van het Trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T), een onderling verbonden infrastructuur voor lucht, weg, spoor en scheepvaart, die steden en regio’s verbindt met havens, luchthavens en spoorterminals. De herziene TEN-T richtlijn is per 18 juli 2024 van kracht. Het complete TEN-T netwerk dient in 2050 operationeel te zijn.
Nederlandse projecten
Meer dan 24 miljoen euro gaat naar het Nederlandse project ‘Rhombus UPSIDE III’, dat bijdraagt aan het ontwikkelen van een binnenwaterinfrastructuur in de binnenhavens van de Limburgse plaatsen Maastricht en Stein. Het uiteindelijke doel is om een deel van vrachtverkeer via de weg te verplaatsen naar transport via de binnenvaart en de verbindingen van Nederland naar België en Duitsland te verbeteren. Het project wordt gecoördineerd door de provincie Limburg.
Tevens investeert de EU meer dan 4,5 miljoen euro in het project ‘Eemshaven Offshore Wind Heavy Quayside’, voor de zeehaven Eemshaven, in de provincie Groningen. Het project richt zich op het verbeteren van de basisinfrastructuur rondom de Eemshaven en het versterken van de kade en de bodem van de havenbekken. Daarmee kan een breed scala aan schepen aanmeren in de haven.
Overige projecten
Naast deze twee Nederlandse projecten, zijn er enkele projecten geselecteerd die indirect impact hebben op Nederland. Zo krijgt Duitsland 52 miljoen euro voor het realiseren van het Duitse deel van de Wunderline, de treinverbinding tussen Amsterdam en Kopenhagen, die loopt via Groningen, Bremen en Hamburg. De Nederlandse Lelylijn is onderdeel van dit traject. Ondanks dat dit geld niet direct naar Nederland gaat, profiteren Nederlandse grensregio’s hier waarschijnlijk wel van.
Ook stopt de EU maar liefst 300 miljoen euro in het Europese project ‘Seine-Escaut 2.3’, met als doel het grootste EU-binnenvaartnetwerk te realiseren, van 1.100 kilometer. Dit project moet de Seine- en Scheldebekkens met elkaar verbinden en de verbinding tussen de Rijn- en Maasbekkens verder ontwikkelen, om zo tot een grensoverschrijdend waterwegennetwerk te komen. Vooral de binnenvaartverbinding tussen Frankrijk en België wordt gestimuleerd.
Verder investeert de EU bijna 15 miljoen euro in een Europees project voor het ontwikkelen van de ‘Maritime Single Windows’, dat een digitale ruimte opzet voor schepen die havens in het TEN-T netwerk aandoen, waaronder in Nederland. Hiermee moet het makkelijker worden relevante gegevens te verzamelen en te verspreiden tussen de verschillende havens.
Connecting Europe Facility
Het Connecting Europe Facility (CEF) financiert de projecten. Dit EU-fonds helpt lidstaten en regio’s om de TEN-T doelen te realiseren. Een efficiënt vervoerssysteem is essentieel voor de sociale en economische ontwikkeling van de EU. Mobiliteit is de sleutel om een Europese interne markt te creëren voor de bevolking, goederen, services en kapitaal. Het huidige programma loopt van 2021 tot 2027 en investeert in totaal 33,71 miljard euro in drie sectoren: transport, energie en digitalisering. In 2023 betrof dit 6,2 miljard euro.