Het kabinet heeft in maart de hoofdlijnen voor een nieuwe Actieagenda Goederenvervoer naar de Tweede Kamer gestuurd. Voorop staat de erkenning dat de sector Transport en Logistiek cruciaal is voor de samenleving. De hoofdlijnen vormen het uitgangspunt voor gesprekken tussen overheid (een nieuw kabinet), bedrijfsleven en relevante organisaties over de nieuwe Actieagenda Goederenvervoer. Die kan in het derde kwartaal van 2024 klaar zijn, verwachten de opstellers van de Kamerbrief, demissionair minister van IenW Mark Harbers en staatssecretaris Vivianne Heijnen.
Tekst: Anke Hoets.
Sinds het gereedkomen van de vorige vijfjarige Actieagenda Goederenvervoer (2019) is het beleid verschoven van modaliteitsgericht naar integraal en multimodaal goederenvervoerbeleid. De prioriteiten in het beleid zijn: integrale corridors, duurzaam goederenvervoer, stadslogistiek en digitaal transport. Ook in onze regio, de Metropoolregio Amsterdam, en in de programma’s van Amsterdam Logistics, is dit goed zichtbaar.
Grote uitdagingen, stevige eisen
De twee demissionaire bewindslieden constateren verder dat er sinds 2019 veel is veranderd. Ze wijzen erop dat het goederenvervoer voor grote uitdagingen staat. “Denk hierbij aan het achterblijvend beheer en onderhoud van de verschillende netwerken, laagwaterproblematiek, de stikstofcrisis en de toenemende geopolitieke spanningen. Tegelijkertijd is er schaarste in onder andere middelen, capaciteit op onze infrastructurele netwerken, personeel en fysieke ruimte.”
Ook de eisen die aan de sector worden gesteld zijn stevig: “De ambities voor duurzaam goederenvervoer zijn uitdagend: met de ‘Green Deal’ heeft de Europese Commissie de lat hoog gelegd, ook voor Nederland.” Harbers en Heijnen komen daarom in hun Kamerbrief met een dringende waarschuwing; “Er zijn scherpere keuzes nodig en een verdere prioritering binnen het beleid voor goederenvervoer.”
Uitgangspunten debat over nieuwe Actieagenda Goederenvervoer
Herijking van de agenda is nodig. Voor het goederenvervoer in de komende vijf jaar hanteren de bewindslieden van IenW een aantal uitgangspunten, schrijven ze aan de Kamer:
- In de toekomst blijft goederenvervoer smeermiddel voor het functioneren van onze maatschappij.”
De nieuwe uitdagingen zullen gepaard gaan met nieuwe goederenstromen,, bijvoorbeeld qua energietransitie en de overgang naar de circulaire economie. Ook liggen er uitdagingen in HR met een vergrijzende bevolking en minder interesse bij de jeugd voor opleidingen in de logsitiek. Tot slot zal zowel de groei van goederenvervoer als het personenvervoer eerlijk verdeeld moeten worden over de beperkte capaciteit van de netwerken. - “Goederenvervoer is van invloed op de kwaliteit van de leefomgeving.” Een goede balans tussen beide is belangrijk.
Een voorbeeld: “Voor de netwerken waarover het verkeer plaatsvindt en de terminals en distributiecentra waar goederen worden op- en overgeslagen, is ook ruimte nodig. Dit behoeft specifieke aandacht, bijvoorbeeld door in te zetten op clustering.” - Aansluitend op de Mobiliteitsvisie maakt het kabinet de stap van mobiliteitsgericht beleid naar bereikbaarheidsbeleid.
“Een belangrijk begrip hierbij is leveringszekerheid, ofwel dat goederen op het juiste moment op de juiste plaats zijn.” Dit is niet vanzelfsprekend, aldus Harbers en Heijnen: “Schaarste in ruimte, personeel, middelen vraagt om scherpe keuzes over welke mobiliteit op welke plaats en tijd mogelijk is. Leidend hierbij is de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van onze netwerken.”
Varianten bereikbaarheidsdoelen
De hoofdlijnenbrief bevat verder ‘varianten van integrale bereikbaarheidsdoelen voor het goederenvervoer die in het kader van het Programma Mobiliteitsvisie 2050 al zijn ontwikkeld’:
- basisniveau van bereikbaarheid,
- het maximaliseren van bereikbaarheid binnen brede welvaart,
- bereikbaarheid voor de kracht van elke regio.
De minister en staatssecretaris onderstrepen dat de varianten uitersten zijn, er hoeft niet uit gekozen te worden tussen de ene of de andere variant. Maar, zo schrijven ze: “Keuzes zijn nodig ten aanzien van het type goederen dat we stimuleren of de gebieden waarvan we bereikbaarheid voor goederen willen behouden of vergroten (variant 1 en 3). De varianten zijn daarom – conform Mobiliteitsvisie – bedoeld als inspiratiebron voor het maatschappelijke debat over de vormgeving van ons toekomstige beleid voor bereikbaarheid.”
Multimodaal, duurzaam, digitaal, veerkrachtig en samen
Wat Harbers en Heijnen betreft is het beleid voor het goederenvervoer in de komende vijf jaar vooral gericht op: multimodaal, duurzaam en leefbaar, veerkrachtig, digitaal en samenwerking tussen ondernemers, overheid en onderzoeksinstellingen. Dit betekent het voortzetten van bestaande programma’s, bijvoorbeeld binnen het programma Goederencorridors (waaronder NWC en CTC van Amsterdam Logistics) en de Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL), en waar nodig het gezamenlijk opstarten van nieuwe programma’s.
Volledige Kamerbrief
De gehele brief lezen kan hier.