Veranderende mobiliteitsvragen en een onsamenhangende stedelijke planning kost jaarlijks 25-30 miljoen euro. Dat heeft TLN berekend. Zo leidt de geplande ‘knip’ voor doorgaand verkeer op de Amsterdamse Prins Hendrikkade, die doorgaand verkeer van oost naar west en terug onmogelijk maakt, in het centrum van de stad tot extra transportkosten van ongeveer 4 miljoen euro per jaar. Verkeer wordt gedwongen om via de zogenaamde Stadshartlus of de Michiel de Ruytertunnel te gaan rijden. Door deze maatregel moet het bevoorradend verkeer flink omrijden om in het centrum van west naar oost of van oost naar west te gaan. De situatie in Amsterdam is een helder voorbeeld van een ontwikkeling die TLN vaker ziet.
Bij stedelijke planning wordt te weinig rekening gehouden met de veranderende mobiliteitsvraagstukken in de binnenstad, stelt TLN. Het afrijden van de stadshartlus in Amsterdam betekent ongeveer 4 extra kilometers en kost in het gunstigste geval ongeveer 20 minuten omrijtijd. Om winkels en horeca te bevoorraden rijden dagelijks ongeveer 1.000 vrachtauto’s het centrum van Amsterdam in. Daarmee krijgt de Stadshartlus een zware verkeersintensiteit te verwerken. Bovendien zorgen extra kilometers ook voor extra uitstoot. Op jaarbasis leidt dit tot ongeveer 4 miljoen euro aan extra kosten.
Omrijden via de toekomstige Michiel de Ruytertunnel kost ook extra rijtijd en kilometers. Bovendien zijn de viaducten aan weerszijden van het Centraal Station te laag om al het vrachtverkeer te verwerken. Er zijn plannen om dit te verbeteren, maar de planning is nog niet bekend.
Alternatieven
TLN pleit voor verbetering van de bevoorradingsefficiëntie in de stad. Daarmee verbetert ook de verkeersveiligheid en leefbaarheid. Maatregelen die hiervoor kunnen worden ingezet zijn bijvoorbeeld:
– Logistieke ontkoppelpunten (LOP’s) aan de rand van de stad waar vracht kan worden overgeladen naar kleinere voertuigen die minder hinder veroorzaken.
– Goederenuitgiftepunten (GUP’s) voor de distributie van losse pakketten voor een bepaald winkelgebied in het centrum van de stad.
– Logistieke lussen of —routes, inclusief slimme laad- en losplaatsen die aansluiten op het hoofdroutesysteem. Die kunnen kleinere en schonere voertuigen faciliteren om de binnenstad tijdens de venstertijden met een maximum snelheid van 30 km per uur te bevoorraden.
”‹TLN-voorzitter Arthur van Dijk reageerde op de conclusies op BNR Nieuwsradio.
Bron: TLN.nl