Pact of Amsterdam, wat is het?

Op 30 mei ondertekenen de Europese ministers die over steden gaan het Pact of Amsterdam. Dit is de vaststelling van de Europese Urban Agenda. Wat betekent dit voor steden?

 
De Europese Unie richt zich steeds meer op leefbare steden en wat Europese inwoners willen. Nu zo’n 75 procent van de Europeanen in stedelijk gebied woont, kijkt Europa steeds meer naar regionale en lokale overheden als partners in het uitvoeren van EU-beleid. Beleid voor problemen als vergrijzing, klimaatverandering en vervoer vindt zijn concretisering in steden en daar is de EU zich terdege van bewust.
 
Pact of Amsterdam
Op 30 mei zullen de Europese Ministers die over stedelijk beleid gaan (d.w.z. onze eigen Minister van BZK Ronald Plasterk) in aanwezigheid van de Eurocommissaris voor Regionaal Beleid Corina CreÅ£u het Pact of Amsterdam ondertekenen. Het Pact of Amsterdam gaat over de Europese Urban Agenda.
Dit is een nieuwe aanpak voor allerlei Europees beleid met directe gevolgen voor steden en hun inwoners. Er zijn in overleg met Europese steden twaalf thema’s vastgesteld: luchtkwaliteit, migratie en vluchtelingen, woningbouw, armoede in de stad, werkgelegenheid, duurzaam gebruik van grond, circulaire economie, klimaatadaptatie, energietransitie, stadsmobiliteit, digitale transitie en innovatief en verantwoordelijk aanbesteden. Met de eerste vier thema’s werd eind 2015 al een start gemaakt om de Europese Commissie direct met steden te laten samenwerken. Deze samenwerking tussen Europa en lokale overheden is nog nooit eerder zo ingezet en heeft twee doelen.
Inmiddels heeft Amsterdam besloten het thema migratie en vluchtelingen te gaan coördineren, in een groep met Athene, Barcelona, Berlijn en Helsinki, de verantwoordelijke Europese Directoraten (werkgelegenheid, regionaal beleid en migratie), stedennetwerken Eurocities en CEMR en de Europese Koepel van Vluchtelingenorganisaties.
 
Mét steden in plaats van vóór steden
Het eerste doel is om steden veel meer te betrekken bij Europese beleidsontwikkeling, omdat steden de kennis en ervaring hebben om te weten wat wel en niet werkt en wat goed is voor hun inwoners. Tot nu toe stellen Europese ambtenaren en ambtenaren van ministeries in de lidstaten samen dat beleid vast. Steden hebben daarover weinig tot niets te zeggen. De enige manier waarop steden op dit moment invloed kunnen uitoefenen op EU-beleid is via hun nationale ministeries of via Europese lobbynetwerken als Eurocities en het Comité van de Regio’s. En dat is dus altijd via een omweg. Steden zijn tot nu toe niet de beleidsmakers. Met de vaststelling van de Urban Agenda in het Pact of Amsterdam gaat hier als het goed is verandering in komen. Op elk van de bovengenoemde onderwerpen zullen steden samen met vertegenwoordigers van de EU en van lidstaten en met NGO’s en experts beleid gaan ontwikkelen en ervaringen delen.
Het tweede doel van de Urban Agenda is het afstemmen en doelgerichter maken van beleid uit Europa, uit lidstaten en uit steden. Op alle genoemde onderwerpen nemen zowel Europa, lidstaten als lokale overheden hun eigen maatregelen. Het Pact van Amsterdam is erop gericht om het beleid zo veel mogelijk af te stemmen en overbodige regels af te schaffen. Om op die manier te zorgen dat Europa de steden zoveel mogelijk ruimte geeft om issues als bijvoorbeeld luchtverontreiniging, armoede of toeristenstromen optimaal aan te pakken. Ook worden steden gestimuleerd om ervaringen te delen met andere steden, eventueel met inzet van Europese subsidies.
De lidstaten hebben de ambitie om met het Pact of Amsterdam steden juist met de EU mee laten denken over beleid en ze ondersteunen bij hun eigen acties om de leefbaarheid te vergroten, maatschappelijke issues aan te pakken en klimaatverandering in te perken.
Historisch moment, al mag het wat ambitieuzer
De ondertekening van dit Pact of Amsterdam is een historisch moment. Het is namelijk voor het eerst dat EU lidstaten steden erkennen als partner in het adviseren over EU-beleid, naast de lidstaten en de Europese Commissie zelf. Dat het slechts om een zeer beperkt aantal onderwerpen gaat, en dat het nog maar de vraag is hoe groot de invloed van steden is, dat is waar, het had allemaal een tikkeltje ambitieuzer gekund. Maar feit blijft, dit is de eerste formele erkenning door de EU-lidstaten van de rol die steden hebben in de uitrol van Europees beleid. En het gaat allemaal niet zo snel om al die achtentwintig lidstaten mee te krijgen, laat staan de hele Europese Commissie zelf.
Indirect erkent Europa die rol van steden trouwens al langer, bv. door steden in subsidieprogramma’s als Horizon 2020 een specifieke rol te geven rond onderwerpen als energietransitie en circulaire economie. Je kunt alles via lidstaten (dus via nationale wetgevingsprocessen) regelen, maar als je als Eurocommissaris wat sneller resultaat wilt zien, dan is het subsidiëren van pilots in steden een effectievere manier, en dat gebeurt dan ook steeds meer.
Het Europa van de toekomst is een Europa van steden
Mijn visie is dat de inzet van de EU op steden wel eens de oplossing zou kunnen zijn voor het afkalvende draagvlak voor de EU onder burgers. In plaats van met lidstaten te steggelen over meer of minder Europa, kijkt de Europese Commissie met de lidstaten pragmatisch naar de plekken waar het EU-beleid effect heeft, namelijk bij de inwoners van de steden en zoekt daar nu dan ook de samenwerking om optimaal resultaat te bereiken. Dat zal uiteindelijk resulteren in beleid dat veel meer is afgestemd op wat de Europeaan nodig heeft. En uiteindelijk zou dit kunnen leiden tot de EU als netwerk van steden en regio’s, met niet meer macht voor de EU of voor de lidstaat, maar juist voor de steden, de plekken waar het gebeurt. Nog een stapje te snel voor de Europese Commissie, maar de trend is wel gezet.
Bron en foto: Amsterdam Economic Board.

Geef een reactie