De overgang naar een nieuw jaar is altijd een mooi moment om vooruit te kijken. Ik maak daarom graag gebruik van de mogelijkheid om te pleiten voor een gezamenlijke ruimtelijk-economische agenda, opgesteld door het regionale bedrijfsleven.
In de afgelopen tien jaar is de wereld ingrijpend veranderd. Mede door de crisis heeft een nieuwe werkelijkheid zich versneld aangediend. De Metropoolregio Amsterdam had al een van de grootste luchthavens van Europa voor passagiers én vracht. Ook huisvest de regio al lange tijd de grootste bloemenveiling ter wereld en de vierde haven van Europa. Daar is Ams-IX bijgekomen, één van de grootste internethubs ter wereld. Deze logistieke functies komen in geen enkele regio samen voor.
Toch is onze ijzersterke uitgangspositie geen vanzelfsprekendheid, zo blijkt ook uit overleggen in de Amsterdam Logistics Board. Een belangrijke reden die vaak naar voren komt: we slagen er niet goed in onze prioriteiten gezamenlijk vorm te geven.
Vol en complex
De wereld is in 2015 complex en vol, heel vol. Als regio zijn we niet voldoende in staat om de beperkte ruimte, infrastructuur en middelen optimaal in te zetten. Om een voorbeeld te noemen, het Centraal Station in Amsterdam verwerkt talloze passagiers per dag. Maar goederentreinen moeten er ook langs. Als CS ruimte wil geven aan één van beiden, dan wordt de discussie tot dat station beperkt. Waarom niet gelijk station WTC uitbouwen tot een internationaal knooppunt dat CS en station Schiphol ontlast? Waarom niet direct de Noord/Zuidlijn doortrekken en zo de passagiersstromen beter verdelen? Die ingrepen houden ook de haven van Amsterdam toegankelijk, want minder passagiers op CS betekent dat er meer ruimte blijft voor het goederenvervoer! Is er eigenlijk wel een integrale visie op het faciliteren van alle vier de hubs? Zeker is dat Tata Steel in IJmuiden nu al heeft besloten om zijn goederen weer over de weg te laten vervoeren.
Waan van de dag
Veranderingen gaan tegenwoordig zo snel dat het tempo bijna niet bij te benen is. De overheid probeert te anticiperen, maar mist in haar regelgeving de kennis en het ‘gevoel’ voor wat echt nodig is. Bedrijven op hun beurt, worden verrast door regelgeving mede doordat ze onvoldoende input leveren. Zij hebben het eenvoudig te druk met ondernemen. Zeker in kleine bedrijven is er weinig tijd om vooruit te kijken naar een einddoel dat niet 1-op-1 toepasbaar is op de bedrijfsvoering. Ook grotere partijen hebben hun handen vol aan de waan van de dag. De veiling in Aalsmeer is druk met overleven, de Haven van Amsterdam met de verzelfstandiging en Schiphol met onder meer de positionering van KLM.
Voortouw nemen
Naar mijn mening is de enige manier om te anticiperen op veranderingen, ze een stap vóór te zijn. Daarvoor moeten we collectief de verantwoordelijkheid nemen. De verlossing zal daarbij niet komen van overlegorganen als de Amsterdam Logistics Board. De ALB kan wel problemen benoemen, maar vormt niet het hart van de regionale logistiek. Ik pleit er dan ook voor dat de markt het voortouw neemt. Bedrijven moeten samen een ruimtelijk-economische investeringsagenda opstellen. Ligt er eenmaal een doortimmerde visie, dan kan die panklaar worden opgediend bij de overheid.
Praktijkvoorbeelden: Frankfurt en Eindhoven
Dit is niet zomaar een gedachte, er zijn goede praktijkvoorbeelden. Zo heeft in Frankfurt het bedrijfsleven een ruimtelijk-economische visie ontwikkeld en deze aan de overheid ter uitvoering aangeboden. De visie overbrugde een patstelling tussen overheden en heeft fors bijgedragen aan de groei in de regio. Dichter bij huis, in de regio Eindhoven, werden de handen ineen geslagen als reactie op operatie Centurion bij Philips. Ook hier kennen we het resultaat.
Silicon Valley
Wellicht een nog mooier voorbeeld is Silicon Valley. In 1993 is de Joint Venture Silicon Valley(JV:SV) gestart vanuit het bedrijfsleven. JV:SV was een reactie op de economische achteruitgang en de waarneming dat de regio de concurrentiestrijd met andere technisch georiënteerde regio’s, bijvoorbeeld in Japan, dreigde te verliezen. James Morgan, CEO of Applied Materials,vroeg daarom in 1992 meer dan duizend leiders en bewoners in Silicon Valley om input te leveren onderwerpen die met de economische levensvatbaarheid van de regio te maken hadden. Uit het onderzoek kwam een aan regionale verandering naar voren en dat vormde de basis voor de JV:SV. U kent het vervolg.
Inventarisatie
Nu hoor ik u denken, leuk advies maar waar beginnen we? Mijn antwoord: met een inventarisatie van de problemen en de wensen. Op korte termijn moet op basis daarvan, een eerste bijeenkomst mogelijk zijn om te zien hoe we verder gaan. Van mijn kant wil ik hier de komende maanden verder vorm aan geven. Mijn vraag is: wie sluit zich aan? Laten we wel doorpakken. Want bedreigingen zijn zichtbaar en energievretend op de korte termijn. Maar kansen creëren doe je op de lange termijn.
Paul Jansen, commercieel directeur SADC.