Geert Kloppenburg over smart mobility

Smart mobility, er wordt veel over gesproken. Maar wat betekent het en waar gaan/moeten we heen met onze mobiliteit. Connectingmobility.nl onderzoekt het en laat experts over smart mobility aan het woord. Onlangs sprak de organisatie met Geert Kloppenburg. Hij is bereikbaarheidsadviseur en verbonden aan Stichting Urgenda uit Amsterdam. 

Groeiende metropoolregio’s, de grote vlucht die internet heeft genomen en toenemende vitaliteit zijn van grote invloed op onze mobiliteit. ‘We moeten slimmer gebruik gaan maken van de bestaande capaciteit, meer werk maken van integrale mobiliteit en groter denken.’ Aldus Geert Kloppenburg.

Smart Mobility Stories sprak met bereikbaarheidsadviseur Geert Kloppenburg. Met zijn bedrijf leverde Geert een bijdrage aan de bouw van een ecosysteem voor elektrisch vervoer in Nederland. ‘Met enkele ondernemers hebben we destijds een stip op de horizon gezet en zijn we gaan werken aan elektrisch rijden, elektrisch fietsen en laadinfrastructuur. Op dit moment help ik startup Felyx met het beschikbaar maken van elektrische deelscooters.’

Metropoolregio’s

smart city amsterdam MaaS 3
Steden worden drukker. Foto: Pixabay.com

Metropoolregio’s vormen het uitgangspunt voor mobiliteitsoplossingen. Geert: ‘Steeds meer mensen wonen in de stad en steeds meer steden ontwikkelen zich tot metropoolregio’s, zoals de Randstad. Het is een uitdaging om deze regio’s in de toekomst bereikbaar en leefbaar te houden. Daarvoor moet je eerst het begrip metropoolregio goed definiëren. Zo strekt de metropool Amsterdam zich uit van Haarlem tot Weesp en van Zaandam tot Hoofddorp. Nu zie je hoe groot zo’n gebied is en hoe zo’n gebied de afgelopen decennia is gegroeid: van 1,2 naar 2,4 miljoen inwoners.’

Internet en mobiliteit

Een andere ontwikkeling die van invloed is op de mobiliteitsopgave in metropoolregio’s is volgens Geert de vlucht die internet heeft genomen. ‘Boeken, eten, kleding en schoenen. We kopen massaal online. Met als gevolg dat zo’n 15 procent van het verkeer bestaat uit bestelbusjes. Verder worden mensen ouder, zijn ze langer vitaal en mobiel. Meer mensen blijven dus langer verkeersdeelnemer.’

Zones

De stad in- en uitkomen is een groot mobiliteitsprobleem. De eerste kilometers van en naar de snelweg leveren het meeste tijdverlies op. Geert benadert de mobiliteitsproblematiek vanuit zones. ‘De eerste mobiliteitszone is een straal van 0 tot 5 kilometer. Voor deze eerste kilometers stappen we in Nederland massaal op de fiets. De volgende zone is de straal van 5 tot 25 kilometer. Deze zone betreft 85 procent van de mobiliteit en van de vertragingen. Want de meeste mensen reizen binnen de metropoolgebieden. Dit is ook weer een reden is om het begrip metropoolregio goed te definiëren en na te denken over de vraag hoe je mobiliteit slimmer kunt organiseren.’

Afbeelding bij duurzaam bevoorraden
Drukte met leveranciers in Amsterdam

Capaciteit

‘We willen mobiliteitsproblemen slim aanpakken’, vervolgt Geert. ‘De vraag is of we dat wel doen. Hoe slim is het bijvoorbeeld om op piekmomenten de capaciteit van snelwegen terug te brengen van 5000 voertuigen per uur naar 1500 voertuigen per uur*? Het rendement van investeringen in nieuwe wegen is daardoor fors lager dan wanneer je met data over volumes structureel onderzoekt hoe je capaciteit op die momenten zo goed mogelijk kunt benutten en de doorstroming kunt bevorderen.’

Slim gebruik van vervoersaanbod

We moeten dus beter kijken naar wat we hebben en hoe we dat gebruiken. ‘Daarbij denk ik onder meer aan slimmer gebruik van het openbaar vervoersaanbod’, zegt Geert. ‘Zoals van de Zuidtangent, het busbanennetwerk in het zuidelijke deel van de stadsregio Amsterdam, of de Randstadrail, de lightrail en het snelbusnetwerk in Zuid-Holland.’

Integrale mobiliteit

Afbeelding bij SOCRATES2.0
Foto: Pixabay.com

Al jaren wordt er geroepen dat de switch tussen vervoersmodaliteiten moet worden verbeterd. Volgens Geert hebben we in Nederland alles in huis om integrale mobiliteit te realiseren. ‘Denk aan MKB Brandstof of de NS-Business Card, producten waarin de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd. Maar de mensen moeten er natuurlijk wel gebruik van maken. Alternatieven met collectief vervoer zijn echter te langzaam of onvoldoende beschikbaar. Er zijn simpelweg te weinig deelfietsen, deelauto’s en P+R-terreinen. Het concept “Mobility as a Service” kan alleen goed functioneren als het echt een goed alternatief is voor de auto. Maar als je met vier kinderen op pad moet, kun je bijna niets anders dan aansluiten in de file. Er zijn eenvoudigweg geen alternatieven.’

Amsterdam versus Parijs

Geert illustreert het gebrek aan een goed alternatief door Amsterdam en Parijs met elkaar te vergelijken. ‘Het Parijse metronetwerk is 24 maal zo groot als dat van Amsterdam. Terwijl er in de Parijse regio maar zesmaal zoveel mensen wonen (12,5 miljoen) dan in de Amsterdamse regio (2,5 miljoen). Tel daarbij op de groeiende bevolking, de verdichting van de steden, de eerder genoemde toename van het aantal bestelbusjes en van de mobiliteit van ouderen, en ik wens iedereen veel succes met zijn of haar zelfrijdende auto. Wat ik wil zeggen is dat we groot en realistisch moeten denken: niet meer vanuit kleine gemeenten, maar vanuit omvangrijke en complexe metropoolregio’s. Dát is de uitdaging bij het oplossen van onze mobiliteitsproblemen.’

Meer smart stories

Meer gesprekken met experts over slimme en efficiënte mobilititeit, onder wie Walther Ploos van Amstel van de HvA, vindt u op de website connectingmobility.nl.
Bron: connectingmobility.nl

Geef een reactie