methanol maritieme

Onderzoek naar methanol als maritieme brandstof

Reders, scheepsbouwers, toeleveranciers en de havens van Rotterdam en Amsterdam onderzoeken samen de mogelijkheden voor methanol als duurzame alternatieve transportbrandstof in de maritieme sector. Ze worden hierin ondersteund door het Maritiem Kennis Centrum. 

Belangrijke scheepseigenaren als Boskalis, de Koninklijke Marine, Van Oord en Wagenborg Shipping participeren in het project, samen met Damen Shipyards, Feadship, Royal IHC en motorfabrikanten als Pon Power, Wärtsilä en hun brancheorganisatie VIV. Tot slot completeren gespecialiseerde maritieme toeleveranciers zoals Marine Service Noord en dienstverleners zoals C-Job Naval Architects de maritieme toeleverketen.

De infrastructuur en de toeleverketen voor methanol worden vertegenwoordigd door de twee grootste havens van Nederland, Rotterdam en Amsterdam, en methanolleveranciers zoals BioMCN, Helm Proman en hun internationale brancheorganisatie Methanol Institute.

“De consortium partners, allen vooraanstaande partijen in de maritieme sector, brengen diepgaande kennis en ervaring in om dit project tot een succes te maken”, stelt  Pieter Boersma, business director Maritime & Offshore van TNO. “Dit toont aan dat er zowel vanuit de maritieme sector als vanuit de aanvoerketen behoefte bestaat om bestaande kennis te integreren en nieuwe kennis te ontwikkelen. Als onderdeel van het project zullen partners concrete mogelijkheden onderzoeken voor de inzet van methanol als maritieme transportbrandstof voor zowel nieuwbouwschepen als conversies.”

Tenslotte investeren belangrijke Nederlandse onderzoeksinstituten als TNO, TU Delft, NLDA en Marin in dit thema en voorzien het consortium van diepgaande technische en wetenschappelijke kennis en onderzoekscapaciteit. Operationele profielen, scheepsconfiguraties, motoren configuraties, prestaties en emissiewaarden zijn  onderwerpen die de komende maanden nader onderzocht worden.

Het project Green Maritime Methanol wordt ondersteund door TKI Maritime en het Ministerie van Economische Zaken. Het project wordt binnen twee jaar afgerond.