De start van een nieuw jaar is altijd een mooi moment om vooruit te kijken. De deelnemers aan het Amsterdam Logistics programma doen dat los van elkaar én samen. Bijvoorbeeld gedeputeerde Jeroen Olthof. Hij tekende onlangs voor twee visies op de mobiliteit in provincie Noord-Holland in de komende dertig jaar: het Perspectief Mobiliteit en het concept voor de Agenda Slimme en Schone Logistiek. De opstellers van de agenda spraken onder meer met ondernemers uit de regio. Olthof wil die lijn doorzetten. “Onze opgave is groot en dat kun je alleen samen oppakken.” We spreken Jeroen Olthof, Leendert-Jan Plaisier van Royal FloraHolland en Arnoud de Vries van De Winter Logistics over de toekomst van mobiliteit in de Metropoolregio Amsterdam.
Tekst: Anke Hoets.
Het is dringen in de provincie Noord-Holland: er wonen 2,9 miljoen mensen, ze huisvest drie grote goederenknooppunten – Port of Amsterdam, Amsterdam Airport Schiphol en Greenport Aalsmeer – en ze heeft een fijnmazig wegennetwerk waarin de A4 al jaren hoog in de file Top 10 staat en een economie die in absolute zin de grootste bijdrage levert aan ons bruto binnenlands product. In deze drukke regio gaan mensen en goederen 24/7 van A naar B. Samen zijn ze verantwoordelijk voor 20% van de CO2-uitstoot in Noord-Holland. Het is al druk en op termijn komen er nog eens 250.000 woningen bij. De ruimte en leefbaarheid komen daardoor verder onder druk te staan. Onze drie gesprekspartners zijn het erover eens dat grote bedrijven als Royal FloraHolland en de sector Transport en Logistiek toekomst hebben in de regio. Maar dat het vervoer van goederen en grondstoffen anders kan en daarom moet, is voor de drie ook een gegeven.
Integrale provinciale agenda voor een slimme en schone mobiliteit
In het Perspectief Mobiliteit zet de provincie Noord-Holland uiteen hoe ze de verkeersstromen in goede banen wil leiden. In de Agenda slimme en schone logistiek zoomt ze in op het goederenvervoer tot 2030. De provincie formuleert drie ambities: een toekomstbestendig transportnetwerk waarin gebruik wordt gemaakt van verschillende vervoersmodaliteiten, een snellere verduurzaming van het goederenvervoer en een sector die zich ontwikkelt in balans met de fysieke leefomgeving. Vier zaken zijn leidend, legt gedeputeerde Jeroen Olthof uit. “We leggen de visie niet alleen langs de meetlat van het klimaat. De vraag is ook hoe Noord-Holland bereikbaar kan blijven. Dan is er nog leefbaarheid; er worden steeds meer pakketten bezorgd; wat doet dat met de woonkernen?! Tot slot is er de digitalisering, de techniek ontwikkelt zich razendsnel. Dankzij smart mobility kunnen we naar een slimmere en daarmee schonere mobiliteit.” Hij pleit in de agenda voor een integrale benadering. “Het is niet het een of het ander.”
Meegaan op de ontwikkelingen is groeien als bedrijf
Operationeel directeur Arnoud de Vries van De Winter Logistics deelt de zorgen over de bereikbaarheid. Hij noemt de A4 een toonbeeld van drukte. “Met TLN proberen we invloed uit te oefenen om vertragingen waar mogelijk te minimaliseren, bijvoorbeeld aparte spitsstroken voor vrachtverkeer. Maar de coronacrisis heeft voor ons wél bewezen dat de bestaande infrastructuur voldoende kan zijn.” Meer asfalt erbij is niet de enige oplossing volgens De Vries. Hij vindt dat dit hand in hand zou moeten gaan met een efficiënter gebruik van het wegennet. Zijn bedrijf is nauw betrokken bij initiatieven om de logistiek duurzamer, slimmer en schoner te maken. Meegaan op de ontwikkelingen is een methode om als bedrijf te groeien, vindt hij. “Als bedrijf passen we al netwerklogistiek toe door regio’s met elkaar te verbinden en het aantal ‘lege’ vrachtwagenkilometers te beperken. Door samen te werken met andere partijen binnen bijvoorbeeld Floriway hopen we een stap verder te gaan in die efficiencyslag.”
Royal FloraHolland: ecologische voetafdruk intern én in de sierteeltketen verkleinen
Er is voldoende om te rationaliseren, want sierteeltproducten gaan vaak op transport over de weg. Veel bloemen en planten worden geteeld in Nederland, maar een deel komt op Schiphol aan of wordt bijvoorbeeld vanuit België aangevoerd. Ze gaan vervolgens per vrachtwagen voor de verkoop naar veilingklokken in Aalsmeer, Naaldwijk of Rijnsburg waar kopers de producten met eigen ogen kunnen zien. “Het is van oorsprong een heel fysieke handel, maar digitalisering biedt kansen om de logistieke keten efficiënter in te richten. Het aandeel in gereden vracht was voor Royal FloraHolland de reden om in de Amsterdam Logistics Board te stappen, vervolgt Plaisier. “Om mee te kunnen denken en actief deel te nemen aan pilots.” Zelf kwam hij eind 2020 over van PostNL vanwege zijn kennis van logistiek. “Intern zijn we bij Royal FloraHolland al ver met verduurzamen, we hebben onze CO2-uitstoot in 2020 met 79% teruggedrongen vergeleken met het jaar 2019; we hebben onder meer zonnepanelen, geplaatst, kopen 100% groene, gecertificeerde stroom in, hebben geothermie op onze locatie in Naaldwijk en zijn overgestapt op ledverlichting. Verder blijven we onderzoeken hoe we onze CO2-voetafdruk verder kunnen verkleinen. Nu is het tijd om de sierteeltketen aan te pakken.” Volgens Plaisier wordt gewerkt aan één veilingklok, het zogeheten landelijk veilen. “En we onderzoeken hoe we goederenstromen beter kunnen regisseren. Slimmer en daarmee schoner rijden.”
Vervoer smart en met verschillende modaliteiten
Regie van goederenstromen, hubs bij bedrijven en transportknooppunten zoals de haven en Schiphol en schoner vervoer klinken gedeputeerde Jeroen Olthof als muziek in de oren. Ook de provincie zet fors in op de energietransitie en smart mobility. Noord-Holland liet eerder op de N201 en N232 in de Connected Transport Corridor (CTC ) Amsterdam Westkant slimme verkeerslichten installeren die gaan reageren op naderend vrachtverkeer. Daarnaast ziet Olthof kansen voor een modal shift; meer vervoer over spoor en water. “Noord-Holland heeft flink geïnvesteerd in de vaarwegen. Bruggen en sluizen zijn vernieuwd en we zijn bezig met op afstand bedienbare bruggen zodat op termijn een blauwe golf mogelijk wordt.” Volgens Olthof kunnen de regionale vaarwegen veel intensiever gebruikt worden. “Als je naar Noord-Scharwoude moet vanuit de haven van Amsterdam, dan kan dat prima over water. We hebben inmiddels een locatie gereserveerd voor een nieuwe haven bij Alkmaar. Je kan er heen varen en vervolgens de last mile voltooien met elektrische vrachtwagens.” De Noord-Zuid-corridor voor de binnenvaart loopt op termijn tot aan Den Helder. Vanuit de IJmond zal een corridor gaan lopen tussen west en oost, verwacht Olthof.
Brandstof van de toekomst
De energietransitie wordt voor alle modaliteiten urgenter. Inmiddels varen er ook al elektrische binnenvaartschepen. Maar wat dé brandstof van de toekomst wordt, is nog onzeker. Olthof: “De provincie zet in op de infrastructuur voor waterstof en elektrisch om de energietransitie een boost te geven.” Hij ziet een belangrijke rol weggelegd voor het Noordzeekanaalgebied als knooppunt voor de productie van schone energie. Maar de provincie kiest niet, dat laat ze aan de markt over, benadrukt hij. “Wij kunnen als overheid stimuleren en faciliteren, maar uiteindelijk moeten de bedrijven zelf de stap zetten. Wij zorgen voor waterstofvulpunten en laadpalen, het bedrijfsleven innoveert. We willen wel meer de samenwerking opzoeken. In gesprek blijven is belangrijk om te horen waar regelgeving ondernemers kan helpen.”
Knelpunten stroomvoorziening
Leendert-Jan Plaisier van Royal FloraHolland kan zich daarin vinden. “Ik zie het als onze taak om de logistiek zo efficiënt mogelijk in te richten.” Maar juist de noodzakelijke infrastructuur voor de energietransitie is een grote zorg, waarschuwt Arnoud de Vries van De Winter Logistics. Netbeheerder Liander trok onlangs aan de bel, omdat Noord-Holland tegen de grenzen van de stroomvoorziening aanloopt. “Kunnen wij dan wel laden als we overstappen op een elektrisch wagenpark?!” Een terechte vraag, vindt Jeroen Olthof, die erkent dat er reden tot zorg is. “De urgentie is enorm en het is een complex vraagstuk waarbij veel partijen betrokken zijn. Nieuwe kabels leggen en een netwerk inrichten doe je ook niet van de ene op de andere dag. We zijn wat dat betreft aan het schaken op meerdere borden. Maar het moet gaan lukken. Daarom is het beter om de samenwerking op zoeken.”
Waterstof, LNG of elektrisch?
Transporteur De Vries vindt het belangrijk dat overheden een duidelijke koers uitzetten. “We willen bijvoorbeeld inzicht in de mogelijkheden om te elektrificeren. En de overheid stopt nogal eens abrupt met regelingen of wijzigt deze opeens. Neem de subsidie voor LNG, die werd opeens gemaximeerd. Daarmee valt je hele businesscase weg. Let wel: voor ons zijn dit investeringenbesluiten die je voor 7 à 10 jaar neemt.” Hij wijst erop dat de tijd gaat dringen, bijvoorbeeld ook voor de stadslogistiek. “In 2030 emissievrij beteken dat je uiterlijk binnen twee jaar moet starten met de vervanging van je hele wagenpark.” Een complicerende factor is daarbij dat de techniek nog niet is uitgekristalliseerd. Er wordt nog volop getest met elektrisch, waterstof en LNG waardoor veel vervoerders nog een afwachtende houding hebben. De Vries vermoedt dat er uiteindelijk met verschillende schone brandstoffen gewerkt zal worden. “Ik denk dat elektrisch de toekomst is voor de rondjes rond de kerk. Maar voor de langere afstanden en internationaal transport, is het niet geschikt.”
Goederenvervoer met de hyperloop
Eén modaliteit kan niet onbesproken blijven in een gesprek over schoner vervoer. Dat is de hyperloop, de magneettrein die met hoge snelheden autonoom en emissievrij mensen en goederen kan vervoeren. Uit onderzoek is onlangs gebleken dat een cargoloop langs de A4 haalbaar is én een manier om dagelijks gemiddeld 1100 vrachtwagens van de weg te halen. Liever vandaag dan morgen aanleggen, zou je denken. Maar de aanleg van een cargoloop loopt in de miljarden. Volgens gedeputeerde Jeroen Olthof is het misschien tijd om een gedurfde keuze te maken: “Als we de klimaatopgave en zaken als leefbaarheid zo belangrijk vinden, moet je je afvragen of je moet blijven acteren op basis van een sluitende businesscase. Misschien moeten we naar een gevoelsinvestering toe om op lange termijn écht winst te boeken.”